FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190  
191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   >>   >|  
aan de kroon, evenals waren zij in slavernij geboren!" De proost verbleekte; eene siddering doorliep de leden des kasteleins; beiden bleven stom, als konden zij de onverwachte tijding niet gelooven. "Zijt gij zeker van hetgeen gij zegt?" vroeg de oude Bertulf. "Gansch zeker; ik heb het besluit hooren afkondigen." "Waar?" "Op de Markt, in tegenwoordigheid van eenen grooten hoop volks." "En hoe luidde dit besluit?" "Het verklaarde dat de Kerels ten onrechte zich vrij wanen; het legt hun den balfaart der dienstbaarheid op en verbiedt hun, op lijfstraf en op boete, eenige hoegenaamde wapens te dragen." "Eilaas, welke onheilen dreigen Vlaanderen!" zuchtte de kastelein Hacket. "De valsche Isegrims zegevieren!" "Bekent het nu, mijne ooms", bemerkte Robrecht, "al ons geduld, al onze toegevendheid heeft tot niets gediend dan om den hoogmoed onzer vijanden aan te vuren. Het is misschien nog tijd. Geef een teeken, heer proost; help gij er toe, heer kastelein, en morgen staat geheel Kerlingaland onder de wapens!" "Met zulk voorbarig besluit ware alles verloren", antwoordde Bertulf, zich op het voorhoofd wrijvend om een klaar en diep besef van den toestand in zijne hersens op te wekken. "Onze vijanden moeten hetzelfde wenschen als gij, Robrecht. Zulke onvoorbereide opstand kan slechts gedeeltelijk zijn. Vergeet hef leger niet dat te Atrecht ons bewaakt. De opstand der Kerels, indien men verplicht wordt tot zulk uiterst middel zijne toevlucht te nemen, mag slechts algemeen zijn, en onze heirkrachten moeten tot eenen langen oorlog worden ingericht." "Maar, oom lief, is de maat niet vol genoeg?" wedervoer Robrecht, met eene verontwaardiging die hij uit ontzag voor den ouden proost poogde te bedwingen. "De tijding van dit hoonend besluit zal de Kerels, de Houtkerels vooral, verwoed maken." "Inderdaad", bemerkte de kastelein, "mij zou het niet verwonderen dat zij onmiddellijk de wapens opnamen en de burchten der leenheeren begonnen te bestormen en af te branden." "En ware het niet beter het sein tot den algemeenen opstand te geven?" vroeg Robrecht. "Wees zeker, oom, uw lankmoedigheid zal het ongeluk van Kerlingaland zijn!" "Bedwing uwe jonge drift, mijn neef", sprak Bertulf op strengen toon. "Met zulke overijling verderft men de beste zaak. Hebt gij dan geen vertrouwen meer in mijne oude ondervinding?" "Zeker, oom; maar, met uw oorlof, mij dunkt, dat krachtdadigheid en moed, in dringende omstandigheden,
PREV.   NEXT  
|<   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190  
191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   >>   >|  



Top keywords:

besluit

 

Robrecht

 
kastelein
 

Kerels

 

opstand

 

wapens

 

Bertulf

 

proost

 

vijanden

 

bemerkte


moeten

 
slechts
 
Kerlingaland
 

tijding

 
wedervoer
 
verontwaardiging
 

genoeg

 

algemeen

 

bewaakt

 

Atrecht


indien

 

verplicht

 

onvoorbereide

 

gedeeltelijk

 

Vergeet

 

uiterst

 

middel

 

oorlog

 

worden

 
ingericht

langen

 

heirkrachten

 
toevlucht
 

onmiddellijk

 

strengen

 
overijling
 

verderft

 
Bedwing
 

krachtdadigheid

 
dringende

omstandigheden

 

oorlof

 

vertrouwen

 
ondervinding
 

ongeluk

 

lankmoedigheid

 
verwoed
 

vooral

 

Inderdaad

 
Houtkerels