FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180  
181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   >>   >|  
t het hoofd op de borst hangen. Dan eerst ontstroomde haar een tranenvloed, en hijgde en snikte zij met krampachtige bewegingen der borst. Zonder nog een woord te spreken, zonder in schijn acht te geven op de vertroostingen van Robrecht, liet zij zich tot in de groote zaal harer woning leiden. Hier drukte zij den wensch uit om haren vader te zien, maar men deed haar begrijpen dat de heelmeesters bezig waren met hem te ontkleeden, en daarna een nieuw vast verband op zijne wonden zouden leggen. Zij moest geduld hebben; de kastelein Hacket zou zich naar haars vaders kamer begeven en haar komen verwittigen zoohaast het haar zou toegelaten worden bij hem te gaan. Door dit beletsel in hare smart getergd, borst Dakerlia in nieuwe tranen los. Zij zakte neder in eenen leunstoel en weende en snikte sprakeloos, zonder acht te slaan op de troostende woorden van Robrecht die, aan hare zijde zittende, een harer handen in de zijne hield gedrukt. Zoo, in eene doodsche smart verslonden, bleef zij wel een half uur beweegloos zitten, totdat eindelijk de kastelein Hacket in de zaal trad en haar zeide: "Jonkver Wulf, gij moogt nu tot uwen vader gaan. Voor een oogenblik slechts. Hij is nog buiten bewustheid, maar hij geeft nu en dan zichtbare teekens van leven. De geneesheer heeft veel hoop." "Kom, kom, ik vlieg", kreet Dakerlia, rechtspringende. "Zoo niet, jonkvrouw", bemerkte de kastelein, haar wederhoudende. "Ik bid u, wees redelijk en hoor wat ik u zeg. Gij moogt bij het bed uwe vaders niet spreken, geen enkel woord; ook niet zuchten of klagen. Het minste gerucht kan den armen zieke schadelijk, ja, doodelijk worden." "Ik zal stil zijn, mijnen schrik, mijn verdriet met geweld bedwingen", murmelde het meisje. "Welaan dan, volg mij." Allen verlieten de zaal en traden ten einde van den gang in eene kamer welker beide vensters op de straat uitzagen. Hier lag Segher Wulf nog met geslotene oogen en paarse wangen op een bed uitgestrekt. Dakerlia, door den proost en door Robrecht bewaakt, ging bij het hoofdeneinde van het bed en staarde in stilte op het levensloos gelaat haars vaders. Hare lippen beefden; haar strakke blik scheen door ijzing en door angst met beweegloosheid geslagen. Gevoelde het hart des vaders de nabijheid van zijn kind, of was het een bloot toeval? Althans, hij ontwaakte uit de diepe bewusteloosheid, zijne wimpers hieven zich op, en hij keek zijne bevende dochter eerst verbaasd en dan met eenen kl
PREV.   NEXT  
|<   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180  
181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   >>   >|  



Top keywords:

vaders

 

Robrecht

 
Dakerlia
 

kastelein

 

worden

 

zonder

 

spreken

 

Hacket

 

snikte

 

bedwingen


meisje

 
Welaan
 
murmelde
 

geweld

 
schrik
 
verdriet
 

mijnen

 

redelijk

 

rechtspringende

 

jonkvrouw


bemerkte

 

wederhoudende

 

schadelijk

 

doodelijk

 

gerucht

 

zuchten

 

klagen

 

minste

 

Gevoelde

 
nabijheid

geslagen

 

beweegloosheid

 
strakke
 

scheen

 

ijzing

 
bevende
 

dochter

 
verbaasd
 

hieven

 
wimpers

Althans

 

toeval

 

ontwaakte

 
bewusteloosheid
 

beefden

 

lippen

 
straat
 

vensters

 

uitzagen

 
Segher