FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157  
158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   >>   >|  
n en bevelen dat hij, te beginnen van heden met zonneondergang onze stad Yperen ontruime en voorts den grond van ons graafschap na den derden dag, gevende al onzen ridders, kasteleins, wapenlieden, poorters en laten recht en bevel hem aan den lijve te gaan en hem te dooden, indien hij ooit, in miskenning van dit ons vonnis, voor den gemelden tijd van tien jaren, binnen de palen van ons graafschap zich durfde vertoonen." Burchard, die tot dan, door zijne gemoedssterkte te overspannen zich had kunnen bedwingen, sprong nu eensklaps recht en bief de dreigende vuist tegen den graaf op, terwijl uit zijne borst onverstaanbare vermaledijdingen opstegen: maar de proost, de kastelein, Robrecht, Segher Wulf, Yorg Koevoet, Matfried Wezel en andere vrienden omringden hem, biddend en smeekend, of omarmden en weerhielden hem met geweld. Eindelijk rukten zij hem uit de zaal, terwijl de trompers de opheffing der rechtbank verkondigden. Hem omringende en het nieuwsgierige volk terugdrijvende, sleurden zij hem met groote haast tot in de herberg de Gulden Liebaart, en brachten hem hier in eene zaal waarvan zij de deuren toesloten. Burchard, uitzinnig van woede over het schreeuwend onrecht dat, volgens zijne meening, hem was aangedaan, bulderde van niets min dan van den graaf en al de rechters die hem veroordeeld hadden te vermoorden en hun de meineedige tong uit den mond te rukken. Disdir Vos gaf hem gelijk en ging zelfs nog verder: hij was van gedachte dat men den nacht moest afwachten en het vuur aan de vier hoeken van den burg steken, om den graaf en de hatelijke Isegrims, die hem het onrecht geraden hadden, te verbranden en onder de puinen van den burg te begraven. Alhoewel van zulke gewelddaden niet sprekende, beklaagde Robrecht Sneloghe met ware deelneming het onrechtvaardig vonnis en drukte de meening uit dat het waarlijk tijd was om geweld tegen geweld te stellen, wilde men niet door de Isegrims zelven worden aangezien als lafaards, die men zonder vrees van tegenstand mag vervolgen en verdrukken. Segher Wulf sprak in denzelfden zin, en was zeer verbolgen over eene veroordeeling welke hij aanschouwde als eene daad van wraakroepende dwingelandij. De oude Bertulf riep zijne overheid in, als hoofd der Erembalds, om zich te doen aanhooren, en wendde al zijne welsprekendheid aan om zijnen neef en de anderen tot eene kalme overweging van hunnen toestand te brengen. Volgens hem had men door kuiperijen en bedrog den graaf v
PREV.   NEXT  
|<   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157  
158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   >>   >|  



Top keywords:
geweld
 

Segher

 

Robrecht

 

meening

 

terwijl

 

Burchard

 

vonnis

 

Isegrims

 

hadden

 
onrecht

graafschap

 
puinen
 

begraven

 
geraden
 

verbranden

 

Alhoewel

 
gewelddaden
 

veroordeeld

 

vermoorden

 
hatelijke

meineedige
 

Disdir

 
rechters
 

gedachte

 

hoeken

 
sprekende
 

verder

 

afwachten

 

gelijk

 

steken


rukken
 
aangezien
 

Erembalds

 

aanhooren

 

wendde

 

overheid

 

dwingelandij

 

wraakroepende

 
Bertulf
 

welsprekendheid


zijnen

 
Volgens
 

brengen

 

kuiperijen

 

bedrog

 
toestand
 

hunnen

 

anderen

 

overweging

 

aanschouwde