FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163  
164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   >>   >|  
opoffering getroosten. Doe dus naar uwen lust, Dakerlia; gij zult er mij, hoop ik, des te meer en te langer blijven om beminnen." "Altijd, altijd even vurig, vader lief!" riep zij uit, terwijl zij hem aan den hals vloog en hem teederlijk omhelsde. "Alzoo, gij gaat niet mede naar den burg?" vroeg mher Wulf, zich tot Robrecht wendende. "Men zal mijne afwezigheid tusschen zoovele heeren niet opmerken", antwoordde de jonge ridder. "Daarbij, de gemoederen zijn nu weder gestild, en voor het oogenblik, ten minste, moeten wij voor niets bezorgd zijn." "Dit is te zeggen", wedersprak hem Segher Wulf, "dat wij daarvan niet gansch zeker zijn. Sedert Burchard Knap werd gebannen, sedert zijn huis te Bethferkerke werd afgebrand, verspreid men zonderlinge geruchten. Er zijn er die beweren dat Burchard des nachts bedektelijk in de bosschen rondreist en de Houtkerels tot eenen opstand aanvuurt. Een van 's graven laten, die buiten Yperen woont, meent Burchard omtrent Loo in de duisternis op een reusachtig paard te hebben ontmoet en herkend. Burchard zou dus in geheime betrekkingen staan met Willem Van Loo? Wat beramen zij? Onze heer graaf, wien deze samenkomsten van Willem Van Loo met Burchard moeten bekend zijn, zal in woede ontvlammen; want Willem, alhoewel hij zich in schijn heeft onderworpen, is hem een bloedvijand, en de graaf weet het wel. Ach, het is eene ongelukkige verwikkeling! Men zal aan het hof de Kerels voor het gedrag van Burchard verantwoordelijk maken; en wie kan voorzien welke nieuwe vervolgingen er voor ons zullen uit ontstaan?" "Maar, mher Wulf, mijn oom, de proost, zeide mij, dat hij de vaste hoop heeft van onzen vorst genade voor Burchard te bekomen. Hij en de kastelein zullen dan het huis te Bethferkerke op hunne kosten doen herbouwen. Zoo zal alles bijgelegd zijn, en Burchard zal in vrede naar Bethferkerke wederkeeren." "Neen, neen, mijn vriend, de toekomst is zoo helder niet als gij het schijnt te gelooven. Wat zal de Hoop der Ambachten, die binnen veertien dagen te Veurne vergadert, over onze zaken beslissen?... Dankt God, mijne kinderen, dat gij dan reeds zult getrouwd zijn, anders mocht nog wel eenig toeval uw geluk komen vertragen. Blijf dus, Robrecht; desnoods zal ik u over uwe afwezigheid verontschuldigen. Vaarwel, tot straks!" Segher Wulf drukte den jongelieden nog de hand, verliet zijnen Steen en begaf zich naar den burg. Toen hij het paleis binnentrad, vond hij in de groote plechtzaal we
PREV.   NEXT  
|<   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163  
164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   >>   >|  



Top keywords:
Burchard
 

Bethferkerke

 

Willem

 

Robrecht

 

afwezigheid

 

zullen

 

Segher

 

moeten

 

kastelein

 
kosten

bekomen

 
genade
 

herbouwen

 
vriend
 

toekomst

 

helder

 
wederkeeren
 

bijgelegd

 

proost

 
Kerels

gedrag
 

verantwoordelijk

 
verwikkeling
 

Dakerlia

 

ongelukkige

 
ontstaan
 

voorzien

 

nieuwe

 

vervolgingen

 

schijnt


Vaarwel
 
verontschuldigen
 

straks

 

drukte

 

jongelieden

 

vertragen

 

desnoods

 

verliet

 
groote
 

plechtzaal


binnentrad

 
paleis
 

zijnen

 

Veurne

 

vergadert

 
getroosten
 

veertien

 

binnen

 

gelooven

 

Ambachten