FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165  
166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   >>   >|  
ulf gloeide verontwaardiging en toorn; maar hij bedwong zijne ontsteltenis met geweld en sprak op treurigen toon: "O, heeren, die hier tegenwoordig zijt, getuigt ten minste dat ik heb voorspeld welke beklaaglijke onheilen zij ons arm Vlaanderen bereiden, zij, die onzen vorst aldus het geweld en het onrecht aanraden. De Tancmars misleiden u. Ik bezweer u, leent hun de hand niet; laadt niet op u de schuld van Vlaanderens ondergang! De Kerels vragen van u niets dan vrede; zij willen ongestoord werken en rijkdom scheppen voor vorst en land. Waarom ze onrechtvaardig dwingen tot het vergieten van stroomen bloeds voor het behoud hunner oude vrijheid?" Eenige andere Erembalds en tevens een tiental ridders traden er tusschen, hetzij om de bedaardheid aan te raden, hetzij om door even driftige woorden den twist nog aan te vuren. Het was zichtbaar dat de hofraadsheer en zijn zoon een beraamd ontwerp uitvoerden; want Walter Van Lokeren en Raes Van Gaveren, hunne bijzonderste vrienden, stonden lachend nevens hen en fluisterden soms stille woorden aan hun oor, als om hen aan te moedigen, terwijl vele ridders waakzaam hen omringden, gereed tot hunne verdediging, indien de gehoonde Erembalds tot geweld mochten overslaan. Segher Wulf behoefde al zijne gemoedskracht om niet in woede los te barsten; de gedachte dat de graaf alle oogenblikken kon verschijnen, weerhield hem evenwel. "De Kerels zijn altijd dienstbare lieden geweest!" riep Ghyselbrecht, "onvrijen, dorpers, slaven, en zij zijn het nog! Het moge den Erembalds niet behagen, dat deze waarheid worde verkondigd. Het is te begrijpen, zij zijn zelven van Kerlenbloede. En gij, mher Wulf, waarom trekt gij hunne zaak u zoo vurig aan? Is het misschien omdat gij vreest dat men later ook u de bewijzen uwer vrije geboorte zou kunnen vragen?" "Het is te veel!" schreeuwde Segher Wulf boven al de kreten zijner vrienden uit. "Mher Ghyselbrecht, gij zijt een valschaard, een lasteraar, gij liegt! Ik daag u uit tot eenen kamp op leven of dood. De God des hemels beslisse tusschen de Kerels en hunne vervolgers! Daar ligt mijn handschoen: zijt gij niet zoo laf als boos, raap hem op!" Maar Ghyselbrecht, die nu waarschijnlijk zijn verborgen doel had bereikt, aanschouwde spotlachend zijnen getergden vijand en schudde ontkennend het hoofd. "Gij weigert? Gij bekent dus dat gij een lafaard zijt?" gromde Segher Wulf. "Deze heeren zullen oordeelen", wedervoer Ghyselbrecht zeer koel. "Het
PREV.   NEXT  
|<   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165  
166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   >>   >|  



Top keywords:
Ghyselbrecht
 

Kerels

 

geweld

 

Erembalds

 

Segher

 

ridders

 

vragen

 

hetzij

 

vrienden

 
heeren

woorden

 
tusschen
 

misschien

 
vreest
 

waarom

 

verschijnen

 
weerhield
 

evenwel

 

altijd

 
oogenblikken

barsten
 

gedachte

 
dienstbare
 

lieden

 

waarheid

 
verkondigd
 

begrijpen

 

zelven

 

behagen

 

geweest


onvrijen
 
dorpers
 

slaven

 

Kerlenbloede

 

bereikt

 

aanschouwde

 

zijnen

 

spotlachend

 
verborgen
 

waarschijnlijk


handschoen

 
getergden
 

vijand

 

zullen

 

oordeelen

 
wedervoer
 

gromde

 

lafaard

 

ontkennend

 

schudde