FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152  
153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   >>   >|  
e. Burchard, die met diepe aandacht de rede van zijnen vijand had afgeluisterd, en bij elk woord had gevoeld hoe deze, door het verzwijgen of verdraaien der omstandigheden, al de schuld hem op den hals poogde te schuiven, wrong zijne vuisten, trappelde met de voeten en morde hoorbaar vermaledijdingen tegen zijnen aanklager. Bertulf en Hacket, zijne ooms, spanden alle moeite in om hem tot bedaren te brengen; doch de stem van Rambold, die hij zoolang had moeten hooren, was alleen toereikend geweest om zijn geduld te vernietigen en hem in woede te doen ontvlammen. Nu werd hij zelf opgeroepen en de maarschalk vroeg wat hij tegen Rambolds aantijgingen in te brengen had. Burchard trad met fierheid en zichtbaar toornig voor het hof. "Wat die listige mensch u zegt is valsch, geheel valsch!" riep nij met kracht. "De grond was mijn eigendom; ik heb hem geerfd van mijne moeder zaliger. Men heeft u bedrogen, heer graaf. Haddet gij geweten dat de weide en de boomgaard te Straten u niet toebehoorde, gij zoudt deze goederen zeker niet weggeschonken hebben, want ook de vorst moet elks recht eerbiedigen...." Een afkeurend gemor, dat onder de Tancmars en zelfs onder eenige leden der rechtbank opsteeg, onderbrak zijne rede. Hij, daarover gekwetst, hief het hoofd met trotschheid op, stuurde fonkelende blikken tot de bank zijner vijanden, en riep uit: "Vleiers en valschaards zijn zij die alle mannelijke openhartigheid terzijde stellen en hier durven beweren dat de vorst het recht bezit om onrechtvaardig te zijn, daar de God des hemels zelf dit recht niet heeft!" Deze vermetele worden ontrukten al den ridders eenen kreet van verontwaardiging; het gelaat des graven was versomberd door eene uitdrukking van beklemden toorn. Bertulf, de proost van St-Donaas, die het gevaar merkte, stond op en naderde tot zijnen neef, met wien hij in stilte eenige haastige en driftige woorden wisselde. Burchard keerde onwillig naar zijne plaats op de bank terug. De oude Bertulf wendde zich met eene diepe buiging tot het hof en zeide: "Genadige heer graaf, en gij, heeren rechters, de beschuldigde gevoelt wel dat hij, ondanks zijnen eerbied voor het hof, door ontsteltenis in gevaar zou komen van dingen te zeggen welke hem niet zoo in het gemoed liggen. Hij heeft mij, zijnen oom, aangesteld als zijnen woordvoerder, en in deze hoedanigheid zal ik spreken, indien de vorst en de heeren rechters gelieven mij aan te hooren." Er werd over deze
PREV.   NEXT  
|<   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152  
153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   >>   >|  



Top keywords:
zijnen
 

Bertulf

 

Burchard

 

hooren

 

brengen

 

heeren

 

rechters

 

eenige

 

valsch

 
gevaar

gelaat

 
worden
 

ontrukten

 
graven
 

ridders

 

verontwaardiging

 
vermetele
 

hemels

 

zijner

 
blikken

vijanden
 

Vleiers

 
fonkelende
 

stuurde

 

gekwetst

 
trotschheid
 

valschaards

 

beweren

 

onrechtvaardig

 

durven


versomberd
 
mannelijke
 

openhartigheid

 

terzijde

 

stellen

 

woorden

 

zeggen

 

dingen

 
gemoed
 

gevoelt


ondanks

 
eerbied
 

ontsteltenis

 

liggen

 

gelieven

 
indien
 

spreken

 

aangesteld

 

woordvoerder

 

hoedanigheid