FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  
n." "Wat wilt gij zeggen?" vroeg Disdir. "Dat gij jonkver Dakerlia voortaan met vrede zult laten." "Ik heb van niemand bevelen te ontvangen." "Aldus, gij zijt voornemens voort te gaan met mijne bruid te hoonen?" "Ik zal doen wat mij goeddunkt." "Het zij dan zoo, vermits gij het verlangt", zeide Robrecht. "Mij spijt het zeer eenen vriend dus toe te spreken, maar gij dwingt er mij toe. Wordt er bloed tusschen ons gestort, het valle dan op u, mher Disdir. Daar, aanvaard dit pand!" En dit zeggende, bood Robrecht zijnen handschoen aan Disdir Vos. Deze verbleekte en aanschouwde zijnen uitdager met scherpen blik. "Gij aarzelt?" kreet Robrecht verbaasd. Maar Burchard, die de weigering van Disdir gansch goedkeurde en hem daarom uit de pijnlijke verlegenheid wilde redden, greep den handschoen. "Hier is een misverstand; gij zult niet strijden!" riep hij. "Maar weigert Disdir den aangeboden kamp? Ik moet het weten!" "Bloed tusschen vrienden!" zuchtte mher Vos met eenen geveinsden afkeer. "Voor een ongeluk waaraan het lot alleen schuld heeft ..." "Kom, Robrecht, wees redelijk", viel Burchard in. "Dat Disdir droef en spijtig is, zult gij hem daarom gaan haten? Indien Dakerlia u verstiet, zoudt gij niet treuren?" "Zeker, zeker", antwoordde Robrecht getroffen. "Dat Disdir belove mijne bruid te eerbiedigen, en ik wil alles vergeten." "Ik zal ze eerbiedigen", stamelde Disdir. "Deze verzekering hadde ik u gewillig gegeven, hadde gij niet, op eenen kwetsenden toon van bevel, mij ze hadt willen afdwingen. Ik ben ridder, ik ben ongelukkig, gij behandelt mij zonder achting, zonder medelijden. Waart gij in mijne plaats en ik in de uwe, wees zeker, ik zou beter dan gij toonen dat ik gevoelig ben aan de wettige smart van eenen vriend." Deze woorden, oprecht of geveinsd, hadden Disdir een pijnlijk geweld op zich zelven gekost. Tranen glinsterden in zijne oogen; hij scheen vernederd en beschaamd. Mher Sneloghe, door deze teekens van diepe droefheid getroffen, reikte hem de hand en zeide met minzaamheid in de stem: "Nu, Disdir, het is een misverstaan, inderdaad. Laat ons vrienden blijven. Geloof mij, had jonkver Wulf u hare genegenheid geschonken, ik hadde hare beslissing geeerbiedigd. Evenals gij zou ik daarover getreurd hebben; maar daarom toch zou ik u niet vijandig geworden zijn." Zij drukten elkaar de hand. In Disdirs oogen fonkelde nog de nijd, en zijne lippen waren scherp gesloten; maar Robrecht en Bu
PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  



Top keywords:

Disdir

 

Robrecht

 
daarom
 

tusschen

 

handschoen

 

getroffen

 

eerbiedigen

 

zonder

 

vrienden

 

Burchard


zijnen

 
jonkver
 
Dakerlia
 

vriend

 
plaats
 
Disdirs
 

fonkelde

 

achting

 

medelijden

 

woorden


gevoelig

 

elkaar

 

behandelt

 

toonen

 

drukten

 

wettige

 

afdwingen

 

lippen

 

stamelde

 
verzekering

vergeten

 

scherp

 
gesloten
 

gewillig

 

gegeven

 
willen
 

ridder

 
kwetsenden
 

ongelukkig

 
hadden

teekens

 

droefheid

 

geschonken

 
beslissing
 

Evenals

 

geeerbiedigd

 
reikte
 

genegenheid

 

Geloof

 
misverstaan