FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148  
149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>   >|  
tuiging dat de ridders hem zouden veroordeelen. Welke rechtvaardigheid mocht een Kerel toch verwachten in eene vierschaar die slechts samengesteld was uit de heetste Isegrims, en voorgezeten door Karel van Denemarken, den huichelenden en valschen vijand der Kerels en der Erembalds? Disdir Vos scheen in gedachten verslonden en bemoeide zich met de samenspraak niet. Eene nauwe brug over eenen waterloop dwong hen welhaast hunne paardcn het eene achter het andere vooruit te laten stappen Deze omstandigheid waarnemende, zeide Robrecht tot Disdir: "Ik wenschte wel een ogenblik alleen met u te kunnen spreken, mher Vos. Verleen mij een kort onderhoud, ik bid u." "Onmiddellijk, als gij wilt", was het antwoord. Nu kwam Burchard hen weder terzijde. Robrecht verzocht hem om verschooning, zeggende dat hij met Disdir eene wijl achteruit zou blijven, om met hem over iets bijzonders te kouten. "Ik weet wel wat gij samen te verhandelen hebt", zeide Burchard glimlachend. "Liefdezaken, uw huwelijk met Dakerlia, niet waar?" "Hoe? Heeft mher Disdir u daarvan gesproken?" "Ja, het schijnt dat hij wel gaarne in uwe plaats zou zijn." "Is het zoo, dan behoef ik hem niet alleen te spreken, en gij moogt het wel hooren, Burchard, wat ik hem te zeggen heb. Het zal kort zijn." Hij wendde zich tot Disdir en zeide hem op kalmen, doch nadrukvollen toon: "Mher Vos, ik heb u plechtiglijk mijn aanstaande huwelijk met jonkver Wulf aangekondigd. Na onze woordenwisseling over deze zaak hebt gij, in schijn ten minste, als vriend afscheid van mij genomen. Waarom veinst gij nu te vergeten wat ik u heb gezegd?" "Is het om dus hoonend mij te ondervragen dat gij mij alleen moest onderhouden?" gromde Disdir. "Ik ben onbedreven in het oplossen van raadsels." "Welnu, ja, laat ons klaar zijn. Mher Vos, zoolang gij niet wist dat er tusschen jonkver Wulf en mij eene huwelijksbelofte bestaat kondet gij u vrij achten tot het aanwenden van pogingen om, ware het mogelijk, u door Dakerlia te doen beminnen. Nu is u daartoe het recht benomen. Dakerlia heeft mij geklaagd dat gij haar vervolgt, dat gij haar afspiedt als zij ter kerke gaat of er van terugkeert, en dat gij, ondanks hare herhaalde afwijzing, haar lastig valt met de betuigingen uwer liefde. Mij is het nu een plicht geworden mijne bruid te doen eerbiedigen. Ik hoop, mher Vos, dat deze weinige worden voldoende zullen zijn om u insgelijks uwen plicht jegens Dakerlia en jegens mij te doen begrijpe
PREV.   NEXT  
|<   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148  
149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>   >|  



Top keywords:
Disdir
 

Dakerlia

 

alleen

 

Burchard

 

jegens

 

spreken

 

Robrecht

 

jonkver

 

huwelijk

 
plicht

gezegd

 
begrijpe
 

vergeten

 
Waarom
 

veinst

 

betuigingen

 
hoonend
 

lastig

 

oplossen

 
raadsels

onbedreven
 

genomen

 
onderhouden
 

gromde

 

ondervragen

 
vriend
 

aanstaande

 

aangekondigd

 

plechtiglijk

 

geworden


nadrukvollen
 
minste
 

afwijzing

 

schijn

 

woordenwisseling

 

liefde

 

afscheid

 

worden

 
beminnen
 

daartoe


eerbiedigen

 
voldoende
 

mogelijk

 

terugkeert

 

benomen

 
afspiedt
 

vervolgt

 

weinige

 

geklaagd

 

pogingen