FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  
en naar Brugge en naar andere steden boden gezonden, dragers van 's graven bevelbrieven, waarbij afgekondigd werd dat, vijf dagen later, het hooge ridderhof onder het voorzitterschap des vorsten te Yperen zou vergaderen, om Rambold Tancmar en Burchard Knap aangaande de gepleegde moorderijen te hooren en te vonnissen. De gestelde dag was nu verschenen; te twee uren namiddag zou te Yperen, in de zaal op den Burg, de vorstelijke vierschaar worden geopend. Volgens de gewoonte van dien tijd, zouden de bloedverwanten en bijzonderste vrienden der beschudigden dezen ter vierschaar vergezellen, hetzij om hen desnoods voor het gerecht te verdedigen, hetzij om, door hunne tegenwoordigheid, te betuigen dat zij de achting veler lieden genoten of tot eene machtige maagschap behoorden. Zoo kwam het dat op dien dag, in den morgen, de Erembalds van Brugge, ten getalle van wel dertig, omtrent Staden, op de baan naar Yperen voorbijreden. Zij hadden den nacht te Thorhout doorgebracht en waren laat genoeg te paard gestegen om niet voor het bepaald uur te Yperen aan te komen. Bertulf, de proost van St-Donaas, had het dus goedgevonden om reden dat hij het oploopend gemoed van Burchard vreesde, en zooveel mogelijk hem de aanraking met zijne vijanden, de Tancmars, wilde doen vermijden. Wel is waar dat, door de dagvaarding voor 's vorsten rechtbank, er tusschen de belanghebbenden en hunne vrienden een plechtige vrede was gebannen, dien men op de doodstraf moest eerbiedigen; maar Burchard had reeds zoovele blijken van ontembaarheid en van blinde gramschap gegeven, dat de oude Bertulf alle vertrouwen in zijnen woesten neef had verloren. Alhoewel de proost in den grond zijns harten bekende dat Rambold Tancmar de eerste oorzaak der betreurlijke moorderijen was geweest en Burchard eene wettige wraak had uitgeoefend, beschuldigde hij niettemin zijnen neef van onvoorzichtigheid en wreedheid. Zulks was insgelijks het gevoelen van Hacket, den kastelein, en van vele andere leden van hunne maagschap. Waarschijnlijk hadden zij gedurende hunne reis deze meening herhaalde malen uitgedrukt; want nu waren zij sedert een uur opnieuw daarover in een hevig gesprek met Burchard, wier onverduldigheid zooverre ging, dat hij den proost en al wie zijne zienswijze deelde van lafheid durfde beschuldigen. Door eene strenge vermaning zijner ooms gekwetst, hield Burchard zijn paard terug en betuigde in toornige woorden het inzicht voortaan op eenigen afstan
PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  



Top keywords:

Burchard

 

Yperen

 
proost
 

vierschaar

 

zijnen

 

Bertulf

 

hadden

 

maagschap

 

hetzij

 

vrienden


Brugge

 
andere
 
vorsten
 

Tancmar

 
Rambold
 
moorderijen
 

beschuldigde

 

uitgeoefend

 

verloren

 

woesten


niettemin

 

onvoorzichtigheid

 

vertrouwen

 

Alhoewel

 

eerste

 

oorzaak

 

betreurlijke

 

geweest

 

bekende

 
harten

gegeven

 

wettige

 
ontembaarheid
 

tusschen

 

belanghebbenden

 
steden
 

plechtige

 
rechtbank
 

dagvaarding

 
gebannen

zoovele

 

blijken

 

wreedheid

 
blinde
 

doodstraf

 

eerbiedigen

 
gramschap
 

Hacket

 

beschuldigen

 
strenge