FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139  
140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>   >|  
, vooruit!" Burchard aanjagend bevel was volbracht geworden. Men had de ladders over de gracht gelegd, en was nu bezig met mokers, tangen en hefboomen op de ketens der valbruggen te slaan en ze zoo geweldig te wringen dat het ijzer schreeuwde en huilde als hadde het pijn gevoeld. De beide Keurmans en Burchard stonden niet verre van daar onder twee breede wannen, waarop des vijands pijlen nu en dan als hamerslagen nedervielen en afbotsten. Reeds een Kerel lag dood voor de brug en men had er drie anderen, zwaar gewond, het bosch ingedragen, toen een der Keurmans, eene beweging terzijde doende, zich gedeeltelijk ontblootte. Een versmachte kreet ontsnapte hem; hij greep Burchard den arm en zeide: "Ondersteun mij, ik ga vallen." "Wat, wat is u geschied?" vroeg zijn gezel. "Ik heb mijn deel ... hier een pijl, dwars door mijne borst ... het is gedaan met mij." "O, God!" kreet Burchard. "Gij, Elstrunc, mijn vriend, gij zoudt sterven? Neen, neen, heb moed, geloof het niet!" "Moed?" schertste de bezwijmende Elstrunc. "Moed? Ben ik hier gekomen met de vrees des doods?" Burchard greep zijnen gewonden vriend om de middel, hief hem met eene plotselijke inspanning van krachten op zijnen schouder en liep met dien last het bosch in waar hij hem bij de andere gekwetsten neder legde. Hij knielde aan zijne zijde en meende hem te troosten; maar de andere, ofschoon reeds op den boord van het graf, dacht slechts aan de overwinning en aan de wraak, en deed Burchard begrijpen dat hij tot den storm moest terugkeeren, wilde hij den aanval niet doen mislukken. Inderdaad, toen Burchard uit het bosch trad zag hij dat men van boven de poort zijne mannen niet alleen bevocht met pijlen en steenen, maar tevens met vlammend werpvuur, en dat de Kerels, die de keten der ophaalbrug moesten breken, schier werkeloos onder de opgeheven wannen zich hielden verborgen. Dit gezicht vervoerde hem in razernij en ontrukte hem eenen schreeuw die als een leeuwengebrul over den burcht heenklonk. Hij dreef de wannen weg van boven zijn hoofd, liep vooruit over de ladder, greep eenen grooten ijzeren hefboom uit de hand van eenen der gezellen, stak dien met het einde door enen schakel en begon de keten te draaien en te wringen met zulke woestheid, dat glinsterende vonken het knarsend metaal ontsprongen. Een steen viel hem op den schouder en bonsde terug, als hadde hij eene rots getroffen; eene vlok vuur zengde hem de haren, maar hij wrong im
PREV.   NEXT  
|<   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139  
140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>   >|  



Top keywords:

Burchard

 

wannen

 
schouder
 

andere

 

vooruit

 

Elstrunc

 

vriend

 

zijnen

 

pijlen

 

wringen


Keurmans

 
draaien
 
begrijpen
 

terugkeeren

 
aanval
 
schakel
 

Inderdaad

 

mislukken

 

overwinning

 

glinsterende


knielde

 

vonken

 

knarsend

 

metaal

 

gekwetsten

 

woestheid

 

ofschoon

 

bonsde

 

meende

 
troosten

slechts

 

hielden

 
verborgen
 

gezicht

 

opgeheven

 
schier
 

grooten

 
werkeloos
 

ladder

 
vervoerde

burcht

 

heenklonk

 

leeuwengebrul

 
razernij
 

ontrukte

 

schreeuw

 
breken
 

moesten

 

gezellen

 
tevens