FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136  
137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   >>   >|  
ilaas, de lieve, zoete Eric! Hoe kan ik hem en mijne doode gezellen wreken?" "Wij zullen doen wat Rambold heeft gedaan", gromde een Keurman. "Hun de voeten afsnijden en ze den hofraadsheer Tancmar toezenden, al bevond de hatelijke Isegrim zich ook met den graaf." "Neen, neen", zeide de andere knarsetandende, "wij zullen ze altemaal binnen den burcht op eenen hoop leggen, ze doormengen met stroo en hout op zulke wijze, dat ze tot pulver verteerd worden in den brandenden gloed. De puinen van den burcht zullen nederstortend hunne asch verstrooien of begraven, en zoo zal zelfs geene gedachtenis van die snoode Isegrims meer overblijven." "Maar Rambold, Rambold!" morde Burchard. "Zijnen rechtervoet moet ik hebben: zijn oom de raadsheer wacht mijn geschenk ..." En dus tegen de Isegrims bulderende en elkander tot eene bloedige wraak aanmanende, geraakten zij eindelijk in de nabijheid van Bethferkerke. Hier steeg Burchard met de Keurmans af en deed de Kerels stilhouden. De paarden werden toevertrouwd aan gezellen, die ze door het Frinte-bosch moesten leiden. "Volgt mij nu, een voor een, en op zekeren afstand, vrienden", zeide Burchard. "Weest zeer stil; en waar men u zou kunnen zien, buigt u of stapt verborgen in het kreupelhout. Hier omtrent staan hofsteden en hutten van Tancmars lieden. Indien men onze tegenwoordigheid op deze baan bemerkte, zouden de wachten van den burcht onmiddellijk verwittigd worden. Volgt mij voorzichtig en langzaam." Door de duisternis slopen al deze mannen achter elkander voort, de schaduw en de diepten zoekende en met de korenwannen op den rug over de baan slingerende als eene reuzenslang, wier geelachtige schubben den zwakken nachtelijken schemer nog herkaatsten. Eensklaps bleven, bij het hoofd der bende, eenige gezellen verrast staan; zij meenden eenen man tusschen het kreupelhout te hebben bespeurd; het geritsel der bladeren bevestigde hun vermoeden. "Vliegt de Blauwvoet?" riep een der Kerels. Maar dewijl hij geen antwoord bekwam, spande hij zijnen boog en stuurde eenen pijl door de heesters. Drie of vier gezellen volgden hem hierin na. Uit den schoot van het gebladerte ging een smartkreet in de hoogte en men hoorde de haastige stappen van iemand die vluchtte. Burchard kwam nader en vroeg wat hen had aangedreven om te dezer plaatse gebruik van hunne bogen te maken. Bij de verklaring der Kerels schuddde hij het hoofd met spijt en zeide: "Wij zijn verraden. Het was een sch
PREV.   NEXT  
|<   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136  
137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   >>   >|  



Top keywords:

gezellen

 

Burchard

 
burcht
 

Kerels

 

Rambold

 

zullen

 

hebben

 

Isegrims

 

worden

 

elkander


kreupelhout

 
korenwannen
 
zoekende
 

diepten

 
achter
 
schaduw
 

slingerende

 

nachtelijken

 

zwakken

 

vluchtte


schemer

 

schubben

 

geelachtige

 

reuzenslang

 

mannen

 

tegenwoordigheid

 

aangedreven

 

Indien

 

lieden

 
hofsteden

plaatse

 

hutten

 
Tancmars
 

bemerkte

 

gebruik

 
duisternis
 

slopen

 
langzaam
 

voorzichtig

 
zouden

wachten

 

onmiddellijk

 

verwittigd

 
herkaatsten
 

Eensklaps

 

antwoord

 
gebladerte
 

bekwam

 

verklaring

 
smartkreet