FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135  
136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   >>   >|  
tot den storm te sparen." De Kerels traden allen buiten de schuur, hingen de korenwannen aan lederen riemkens op hunnen rug en schikten zich in zekere orde. Burchard en de twee Keurmans sprongen te paard,--en de bende, wel honderd sterk, begaf zich door de duisternis op weg. Langen tijd liep de baan door dichte bosschen, en konden de Kerels moeilijk te zamen blijven; maar eindelijk geraakten zij in het vlakke veld op eene breede zandige straat. Hier reden de twee Keurmans zonder beletsel aan Burchards zijde, en vroegen hem eenige nauwere bijzonderheden over het gebeurde. Hij gaf hun de volgende uitlegging: "Mij behoort te Straten, als deelmakende van mijne moederlijke erfenis, een boomgaard en eene paarden weide. Onze graaf, als naar gewoonte door de Isegrims tot het vergeten van het recht der vrije Kerels aangedreven, heeft dien grond, mijn eigendom, aan Tancmar Van Straten in leen geschonken. Ik heb natuurlijk mij tegen zulke berooving willen verzetten met woorden en met geweld. Maar toen de graaf naar Frankrijk ten oorlog zou trekken, heeft hij, zooals gij weet, eenen algemeenen landsvrede afgekondigd en mijne ooms, de proost van St-Donaas en den kastelein van Brugge, in het bijzonder verantwoordelijk gemaakt voor het behoud van dien vrede. Op hun verzoek heb ik toegestemd den bedoelden grond ongebruikt te laten totdat de graaf, bij zijne terugkomst, over den twist kon oordeelen en zijne onrechtvaardige gift herroepen. Maar de Tancmars, die niets zoeken dan de Kerels tot geweld aan te hitsen, om ze dus bij den graaf gehaat te maken, hebben den vrede niet geeerbiedigd en mij dagelijks met zooveel boosheid getergd en vernederd, dat ik eindelijk, bij die laffe verduldigheid, mij zelven begon te verachten. Nu laatst, na vele andere uitdagingen, hadden zij mijnen grond met paalwerk omsloten en mijne gezellen mishandeld. Ik heb het paalwerk omverre geworpen en een twintigtal gewapende mannen op den grond gezet, om hem te bewaken. Rambold Tancmar heeft eenige dagen zich stilgehouden, alsof hij van alle verdere aanspraak op mijn eigendom hadde afgezien. Maar hij is eensklaps met groote macht verschenen, heeft mijne gezellen overrompeld,--en gekwetsten en gevangenen den rechtervoet doen afhakken, om mij deze bloedige teekens zijner wreedheid ten geschenke te zenden ... Helsche uitvinding! Wist hij dan, de afschuwelijke moordenaar, dat ik al mijne genegenheid, al mijne hoop op het kind mijner zuster had verzameld? E
PREV.   NEXT  
|<   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135  
136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   >>   >|  



Top keywords:
Kerels
 

Straten

 

eenige

 

gezellen

 

paalwerk

 

Tancmar

 

eindelijk

 

geweld

 

eigendom

 
Keurmans

uitvinding

 
hitsen
 

afschuwelijke

 
moordenaar
 

zoeken

 

Helsche

 
gehaat
 

zijner

 

teekens

 
geeerbiedigd

wreedheid
 

geschenke

 
genegenheid
 

hebben

 

zenden

 
bedoelden
 

ongebruikt

 

totdat

 

toegestemd

 

verzameld


behoud
 
verzoek
 

zuster

 

herroepen

 

Tancmars

 

onrechtvaardige

 

mijner

 

terugkomst

 
oordeelen
 

dagelijks


zooveel

 
mishandeld
 

omverre

 

geworpen

 

twintigtal

 
eensklaps
 

groote

 

mijnen

 

omsloten

 

gewapende