gische biograaf
zweeg hier in haar; de proletarisch-voelende socialiste, die het kind
uit het volk had te verdedigen en dat niet op de juiste wijze kon doen,
omdat Rousseau zelf er dan bekaaid af zou komen, en daarmee _de
historisch-materialistisch-opgebouwde synthese tusschen zijn hoogere en
lagere persoonlijkheid in den hoek zou liggen_, beheerschte hier de
scheppende kunstenares en achtte alles genoegzaam verklaard door die
mantel-der-liefde-achtige woordjes!
Zelfs reeds het _ontstaan_ hunner verhouding wordt dan ook reeds--wat
Rousseau betreft--door onze schrijfster verfraaid voorgesteld:
Geen lust was het die hem dreef, en ook geen hartstocht, maar
voornamelijk behoefte aan innigheid.[62]
Dat is nu precies, inplaats van de waarheid in de armen [p.179] te
loopen, haar rakelings voorbijschuiven. Immers, Rousseau-zelf zegt:
Je n'avois cherche d'abord qu'a me donner un _amusement_. Je _vis_
que j'avois plus fait et que je m'etois donne _une compagne. Un peu
d'habitude_ avec cette excellente fille, un peu de reflexion sur ma
situation, me firent sentir _qu'en ne songeant qu'a mes plaisirs_,
j'avois beaucoup fait pour mon bonheur.[63]
Gij voelt nu wel al lezer, dat beteekenisvolle verschil in nuance
tusschen Mevr. Holst's en zijn woorden: neen, zeker, geen lust was 't
die hem dreef, maar evenmin eenige hoogere geestelijke behoefte aan
innigheid. Dat hij ook die bij haar bevredigen kon, ontdekte hij immers
pas later! Wat hem dreef was doodeenvoudig de prozaische,
primair-natuurlijke behoefte aan sexueelen omgang. Nog al bang in dit
opzicht uitgevallen--men herinnert zich uit de _Confessions_ zijn angst
na zijn visite met Vitali bij de Padoana?--was hij heel blij--och ja,
het is heel-laag-bij-den-grond, plat zoo ge wilt, maar het _is_ zoo--dat
hij haar gevonden had! _Jubelkreten_ slaakt hij als hem blijkt, dat
Therese's aanvankelijke aarzeling zich hem te geven, niet voortkomt uit
dat door hem zoo gevreesde!
En dan: weet Mevr. Holst wel, dat als zij aan Rousseau's vrienden
verwijt, dat hun "klassegevoel en intellectueele hoogmoed" niets dan
"een onbeschaafde waschvrouw" etc. in Therese zagen, zij met dat verwijt
aan het verkeerde adres is? Helaas, het _kon_ alweer niet tot haar
doordringen, dat zij hiermede bij _Rousseau-zelf_ moest zijn.
Autrefois j'avois fait un dictionnaire de ses phrases _pour amuser
Madame de Luxembourg_, et _ses quiproquo sont devenus celebre
|