FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179  
180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>   >|  
e onderrichters van het altruisme_, die achtereenvolgens in hun bewustzijn verschijnen, met het wonder hunner gestalte en van hun stem. De eerste is nog geen straffe Leerares. Zij onderricht het altruisme spelenderwijze. Hoe zou zij ook anders: even, slechts even na het eerst ontwaken van het bewustzijn, verschijnt ook zij, een engeltje even klein en speelgenoot van het kindje, groeit zij daarmee op. Zij is de kinderliefde, de egoistische, die veel vraagt en weinig schenken kan. Maar al opgroeiend komen er toch tijden, dat het kind zelfs zijn hartebloed voor zijn ouders zou willen geven.... En zie nu, zie: dat kleine speelgenootje heeft dan toch niet slechts met het kindje gespeeld, het heeft, met hem opgroeiend en slechts weinige zijner egoistische en levenshongerige nukken weerstrevend, klaarblijkelijk ook hem onderricht--in altruisme.--Dan komt er een tijd.... Zij verlaat haar speelgenoot niet, maar treedt achteruit: de tweede groote Liefde verschijnt, een strenger Leerares: de liefde tusschen man en vrouw; veel egoisme weerstreeft zij, veel opofferingen vraagt zij, veel ontzegging van de genoegens en verlangens van het ik; maar veel egoisme duldt zij nog--de Alwijze gebood haar, niet te streng in het onderricht te zijn. Ook is haar sfeer zuiver noch doorzichtig, vooral niet in den man. De driftige zinnen dringen om haar heen, hun [p.184] hoog opgeheven flambouwen werpen smokerige en roode gloeden, trekken misvormende schijnsels over haar Venusgelaat. Ja, soms zijn haar de zinnen voortrennende paarden: dan leidster en meegevoerde, stralend in de overwinningen, de slapen omkranst, vaart zij, een grond-opwervelende storm, een lichtende davering voorbij.--Maar ten leste verschijnt der Drie hoogst tronende: uittreding van de Ziel der wereld op dier gelaat is zij, eenig beeld van de oneindigheid, want ook de grenzen van haar wezen zijn nimmer gevonden; ouders kennen haar zeeen van gevoel, doch hun diepte of breedte zijn niet te kennen; ouders zien haar hemel, hun kinderen zijn de gesternten daaraan, maar zijn hoogte is niet te weten.... Egoisme wordt in haar niet gekend, het is een onverstaanbaar woord uit andere tijden, uit andere landen. Zij leeraart niet, zij _is_ het altruisme, zij is ook niet straf, niet streng, zij kan het niet zijn: de opofferingen, die zij verlangt, worden niet als opofferingen gevoeld; de afstand, dien zij eischt van zooveel begeerten van het ik, worden een rijker-worden bevonden! Voor het eerst da
PREV.   NEXT  
|<   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179  
180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>   >|  



Top keywords:

altruisme

 

worden

 

slechts

 

verschijnt

 

ouders

 

onderricht

 
opofferingen
 
kennen
 

opgroeiend

 

streng


vraagt

 

tijden

 

egoisme

 

egoistische

 

andere

 

Leerares

 

zinnen

 

speelgenoot

 

bewustzijn

 
kindje

trekken

 

misvormende

 

Venusgelaat

 

schijnsels

 

hoogst

 

wereld

 

uittreding

 

tronende

 
gloeden
 

voortrennende


meegevoerde

 

leidster

 

omkranst

 

stralend

 

slapen

 
paarden
 

davering

 

voorbij

 

overwinningen

 

lichtende


opwervelende

 
breedte
 

landen

 

leeraart

 

onverstaanbaar

 

gekend

 
Egoisme
 

verlangt

 

zooveel

 
begeerten