roeg. Ik geloof dat-i bang was dat ik iemand mee zou
brengen, dien-i misschien liever niet zag. Want Liesje ... kijk de
zaak was zoo. (Jansen ziet in, dat hij tegenover Wouter zich niet
langer van het voorwendsel van die weddenschap kan bedienen! v.C.)
In 't dorp zei iedereen dat ze liever 'n ander had, als ze 't maar
had durven zeggen. Maar dit durfde ze juist niet, omdat die ander
van de kerk was. Ja, ja, ik weet wel wie 't was, ook!"
"He?" vroeg Wouter die 't ook meende te weten.
[p.247] Wouter denkt, zeer terecht, dat 't Pater Jansen zelf was.
Vandaar z'n verbaasd "He?" nu hij gaat inzien dat de Pater meent, dat 't
een ander was.
"Ja, maar zeg 't niemand. Ik had al lang gemerkt dat ze zoo best op
de hoogte was van onze uitgangsuren, en als we-n-om karnemelk
kwamen, stond zij aan 't venster. Ook soms aan 't hek, maar zoodra
we naderbij kwamen, ging ze naar binnen, net als iemand, die niet
weten wil dat-i uitgekeken heeft. Zoo zijn de meisjes, en dit wist
ik heel goed, want nergens doet men zooveel menschenkennis op als
op 'n Simmenarie."
Dit is heerlijk.' Humor van de allerbeste soort. Op 't zelfde oogenblik,
dat hij blijk geeft zoo onschuldig te zijn als 'n pasgeboren kind, zegt
hij, zooveel menschenkennis op 't Simmenarie te hebben opgedaan!
Nu, dat ze-n-altijd zoo uitkeek, was zeker om Kruger, 'n besten,
besten jongen!
O, hoe prachtig is dit: met dit "'n besten, besten jongen!" verdedigt
Jansen zijn vriend tegen eigen innerlijk misprijzen, 't Beteekent zoo
iets als: Neen, ik _wil_ geen kwaad van hem denken.
En dat haar man zoo stuursch tegen me was, zal ook zeker om Kruger
geweest zijn. Misschien dacht-i dat ik hem zou meebrengen, en dat
zou ik ook misschien wel eens gedaan hebben, want Kruger was m'n
beste vrind, en hij hield _bijna net zooveel_ van Liesje als ik. O,
heel veel!
In dat "bijna net zooveel" ligt een wereld! Pater Jansen moge zich-zelf
onder bedwang hebben, hij moge z'n afkeurende gedachten over 'n vriend
het zwijgen opleggen, hij make zich-zelf diets, dat pastoor Koens zoo'n
beste jongen was--wij weten en hij weet o.a., dat jonge fatsoenlijke
meisjes niet graag bij hem biechten gingen!--als hij denkt aan zijn
eigen liefde voor Liesje, dan is het met dat zich-diets-maken uit. Hij
ziet plots de smetteloos reine verschijning _zijner_ liefde, en
daarnaast, daar ver onder: de waarschi
|