beste hulde te brengen, die iemand
gebracht worden kan.--
Ziehier de zeer kort saamgevatte "inhoud": _Sara Burgerhart_, eene wees,
'n zeer begaafd, zeer geestig en bevallig kind van 'n jaar of twintig,
is bij een oude, kwezelachtige tante in huis, _Juffrouw Hofland_, die
zich te goeder trouw bij de zoogenaamde "fijnen" aangesloten hebbend,
hun dupe wordt. (Bij dat woord "fijnen" hier moet ge niet denken aan een
zeker soort van vrome menschen, die, ofschoon lastig en onverdraagzaam
voor hunne omgeving, toch deugdzaam zijn en hunne godsdienstigheid
oprecht meenen, neen, deze "fijnen" zijn integendeel doortrapte
huichelaars, die, onder den schijn van streng godsdienstig te zijn, de
meest schurkachtige daden bedrijven!) Het arme kind wordt echter zoo
door die tante en haar verfoeilijk gezelschap, _"Broeder" Benjamin_ en
_"Zuster" Slimpslamp_, benevens 'n dronken tobbe van 'n dienstmeid,
_Brecht_, genegerd en geplaagd, dat ze met toestemming van haar
uitmuntenden voogd, _Abraham Blankaart_, die haar vaders boezemvriend
was, ontvlucht en haar intrek neemt bij een waarlijk verstandige en
deugdzame vrouw, _de Wed. Buigzaam_. Daar wint zij niet alleen de
vriendschap van haar hospita en, op een enkele uitzondering na, die van
de bij deze inwonende jonge dames, maar zij leert er ook den man kennen,
die haar echtgenoot wordt: _Hendrik Edeling._ Voor zij echter trouwt, is
zij door haar sterken zin voor uithuizige vermaken en het argeloos
vertrouwen van haar jong, rein hart, bijna het slachtoffer geworden van
een adellijken losbol en gewetenloozen meisjesverleider, _den heer
R_.[2]
* * * * *
Ook deze roman is een _realistisch_ werk. En ik geloof [p.254] het
daarom niet te onpas eens even vluchtigjes te onderzoeken in welke
verhouding de innerlijkheid van dit werk en de fundamenteele geaardheid
zijner auteurs staan tot die van de beide andere, in deze serie[3] reeds
behandelde boeken en schrijvers: Hildebrand met zijn _De Familie Kegge_,
Multatuli en zijn _Woutertje Pieterse._ Zou men aanvankelijk geneigd
zijn te beweren, dat Wolff en Deken in hun Hollandsche degelijkheid en
de geschiktheid van hun roman "voor den Meridiaan des Huiselijken
levens," meer overeenkomst vertoonen met den kalmen aspirant-burger-
huisvader Hildebrand, dan met den geweldigen Multatuli, den afbreker,
den spotter en de schrik van alle brave huisvaders en afgebakende-
levensweggetjes-bewandelenden--men komt al heel spoedig
|