FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280  
281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   >>   >|  
geeft aan wat voor onze ooren geen stem en geen uiting had!_ Hoe dikwijls, gelijk nu weer, heeft het mij dan ook niet toegeschenen, alsof, in hoog medelijden met die wrange machteloosheid der menschen, ter troost aan ons gekrenkt rechtsgevoel, en vooral ter tijdelijke hulp aan ons, bijna-blinden, die het eindpunt niet kunnen zien, waar al dat slechte en misdadige tot goedheid en rechtvaardigheid wordt--de Natuur de kunstenaars voortbracht, opdat die ons reeds nu het ware wezen der dingen zouden doen gevoelen, hun noodwendigheid en het verborgen geluk, en ook het verborgen onheil, dat zij in hun dichte dooreenvlechting dragen. Het uiterlijk-schamel edele, dat wij gering hadden geschat, de kunstenaar toont--en 't is als een ons hart goeddoend eerherstel!--de edele kern ervan. Het opgesierd-vooze, het is alweer de kunstenaar die met vaste hand het innerlijk rotten opendekt--zoodat wij althans het geluk der waarheid hebben! Zoo komt het dan ook, dat _Geertje_, het zuivere werk van zulk een kunstenaar, bij al de grauwheid van het armoe-leven, die het ons niet spaart, bij al de ontzettende ellende en onverdienden smaad, die we de hoofdpersoon, het meisje zien treffen, ons nauwelijks bedroeft, en dat het ons evenmin na [p.305] voltooide lezing achterlaat met dien bitteren haat tegen het "wreede" leven, maar integendeel met het zoete en kalme gevoel van bevredigd- en vertroost-zijn, van nu toch eens het Noodlot doorvoeld en begrepen te hebben. Want, zoo denken we, waarom zouden we de verstooten en versmade Geertje langer beklagen, haar, die met het volle gevoel en het alles-verzoetend en verheerlijkend bezit harer altijd-durende liefde naar haar dorpje terugkeert, om daar in de schoone richting, die het lot haar gewezen heeft en op haar eigen, eenvoudige wijs, haar prachtige en rein-menschelijke ziel te doen groeien en bloeien. Of waarom zou ons de haat jegens menschen als Heins nog op het hart branden! Is tot onze genoegdoening, in dezen eene, niet aller afzichtelijkheid in den rechtvaardiglijk-erbarmingloozen dag geheven? Voelen we ook niet onvermijdelijk en ontzettend aandreigen, onzichtbaar voor zijn oogen, de begeleidsters der geestelijke en zedelijke geringheid: de zelfverachting en de verachting der menschen, die vroeg of laat, maar eens zeker, uit zulke misdrijven opschrijnen?... Ja, het is dan ook vooral de gewaarwording, dat de godsstem van het Noodlot tot ons sprak uit dit boek, klaar en vast en met ware troost vertr
PREV.   NEXT  
|<   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280  
281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   >>   >|  



Top keywords:

menschen

 

kunstenaar

 
verborgen
 

zouden

 

waarom

 
Geertje
 
gevoel
 
hebben
 

Noodlot

 

vooral


troost
 

liefde

 

schoone

 
dorpje
 
terugkeert
 
prachtige
 
menschelijke
 

groeien

 

eenvoudige

 
durende

gewezen

 

richting

 

begrepen

 

doorvoeld

 

bevredigd

 
vertroost
 

uiting

 

denken

 

verstooten

 

verzoetend


verheerlijkend

 

bloeien

 
versmade
 

langer

 

beklagen

 

altijd

 

jegens

 
verachting
 

geestelijke

 

zedelijke


geringheid

 

zelfverachting

 

misdrijven

 

opschrijnen

 

gewaarwording

 
godsstem
 
begeleidsters
 

genoegdoening

 

branden

 

afzichtelijkheid