FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311  
312   >>  
spuwen. Neemt u in acht, opdat het niet verrot in den bodem, en of nimmer ontspruit, of opkomt [p.341] met dorrende knoppen en verwelkend blad, daar de hemel en de zon en al de schepselen met verheerlijkte gelaten, naar de ontluiking van een nieuw levenswonder van schoonheid en van kracht uitzagen.... Opdat het dan niet in de wereld worde als in een huis waar een kind wordt verwacht, en de lucht trillende hangt van naderende vreugde, en de oogen der wachtenden zacht en gedempt glanzen van een blijdschap, die zich nog niet geven kan, maar straks, o, straks, uitstralen zal en ... het kind wordt dood of misvormd geboren en vervult de harten en het huis met rouw en schrijnend leed, om de voor langen, langen tijd teleurgestelde verwachting.... Alles _groeit geleidelijk_. En, lieve vrienden, wat ik nu ga zeggen, dat doe ik alweer niet uit zedeprekerigheid, maar omdat ik u beloofde in mijn allereerst artikel, dat wij "dat leven samen zouden zien."[10] Begrijpt het goed; het is niet voldoende, weerzin tegen een man als Heins te voelen, om niet zooals hij te worden. Zelfbedwang, menschenliefde, eerbied voor lot en levensgeluk van een medemensch, die alle komen niet, om zoo te zeggen, kant en klaar uit den hemel gevallen. Wie niet langzamerhand bij vele _kleine_ gelegen-heidjes gestreefd heeft naar het bezit dier deugden, maar integendeel bij die _kleine_ gelegenheden het zelfbedwang, de menschenliefde en den eerbied voor het levensgeluk van anderen onder den voet geloopen heeft, hij moet niet denken, dat als de _groote_ gelegenheid komt, hij de verlokking daarvan zal kunnen weerstaan. Niemand kan zeggen: nu, dit is zoo erg niet, dat doe ik, maar daar is ook de grens, die overschrijdt* ik niet; hij moet zorgen, zoover van daan te blijven van die grens, dat het _niet bij hem kan opkomen_, haar te overschrijden. En iets dergelijks bedoelde ongetwijfeld ook Wells, met zijne indertijd bij mijne behandeling van _Het Voedsel der Goden_ geciteerde woorden: "_zooals gezonde gewoonten van geest en leven de troon zijn_." Zonder zulke gewoonten geen vaste en eervolle zetel in het leven, waarop men, veilig zittend, schouwen en werken kan. Want zooals degeen, die zich altijd voorneemt _morgen_ iets te doen, _nooit_ iets doet, [p.342] zoo laat degeen, die zich bij het plegen van _vele lichte vergrijpen_ voorneemt, de _zwaardere_ na te laten, ten slotte ook die zwaardere _niet_ na. En ge herinnert u wel uit mijn behandeling destijds: Wells is e
PREV.   NEXT  
|<   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311  
312   >>  



Top keywords:

zooals

 

zeggen

 
behandeling
 

langen

 

straks

 
gewoonten
 
zwaardere
 
levensgeluk
 

eerbied

 

menschenliefde


voorneemt
 

kleine

 

degeen

 
blijven
 
overschrijdt
 
zoover
 
heidjes
 

zorgen

 

gelegen

 
gestreefd

denken

 

groote

 

gelegenheid

 

geloopen

 

zelfbedwang

 
verlokking
 

integendeel

 

anderen

 

deugden

 

Niemand


gelegenheden

 

daarvan

 
kunnen
 

weerstaan

 

indertijd

 

morgen

 

altijd

 
veilig
 

zittend

 

schouwen


werken

 

plegen

 

herinnert

 

destijds

 

slotte

 
lichte
 
vergrijpen
 

waarop

 

spuwen

 

Voedsel