FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   >>  
haar verstand, dat zij het geluk en het heil der schuldeloosheid niet heeft verbeurd. Dit beweer ik niet slechts, ik zal het u bewijzen: Zij een zoon, een zoon van Jan.... Zij was uitgekleed, en als iederen avond, knielde zij neer voor haar bed. _En opeens doorstroomde haar moed, moed om het aan God te vragen, haar liefde, schoon zondig, te willen zegenen, daar ze Jan zoo innig liefhad; haar_ te vergeven, _zoo ze kwaad deed;_ en het haar kind niet aan te rekenen--om Jezus' wil. Wat zegt ge wel hiervan?! Wat mij betreft: ik herinnerde mij plotseling Vondel's _Jozef in Dothan_: als de broeders Jozef in den put gesloten hebben, zingen de engelen voor hem en hen onhoorbaar: Het lust ons om dees duisternissen Des puts, al 't hemelsch licht te missen: Want zulke duisternissen zijn Ons schoener dan de zonneschijn. Wij willen hier een hemel stichten, Verzien met aengenamer lichten Dan aen het blaeuw gewelfsel staen.... Want, ook hier heb ik weer in de donkere diepte van _Geertjes_ leven de engelen hooren zingen, en uw gehoor, vrienden, zou al zeer vergroofd moeten zijn, zoo ge hun stem en ruischenden vleugelslag niet hoordet althans in dit: (Het is in Oom's huis. Nacht. _Geertje_ ligt te bed). Zij voelde de tinteling van een verlangen om met haar hand te strijken over haar buik, om te tasten of zij iets leven gewaar werd, om hem maar heel zacht te streelen. Maar zij bleef bewegingloos, [p.344] wijd de oogleden open, wetende _dat haar oogen straalden van warm verlangen in 't zwart van den nacht._[11] Toen trok zij zich uiterst voorzichtig iets dieper onder het dek en met dankbaarheid werd zij zich bewust, dat de slaap weder over haar kwam. Als kind en als jong-meisje had zij immers ook zoo dikwijls wakker gelegen, 's nachts, angstig dat Groo'va het zou bemerken door het kraken van 't ledikant of dat zij den volgenden morgen niet tijdig zou beneden zijn, maar toch zalig zich voelende in dat lekker vrij liggen staren en denken, vol plannetjes en illusies. Je merkte niet, hoe prettig de slaap was, wanneer je niet een poos met open oog in 't zwart zat te staren.... _En nu lag zij hier saam met haar kind! In haar sliep het als in een wieg, 't groeide, 't leefde daar met haar mee. Nooit meer zou ze nu alleen zijn_--_altijd met het liefste dat ze bezat.... Erg voor
PREV.   NEXT  
|<   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   >>  



Top keywords:

verlangen

 

staren

 
zingen
 

duisternissen

 

engelen

 
willen
 
groeide
 
straalden
 

uiterst

 

dieper


dankbaarheid
 

voorzichtig

 

wetende

 
altijd
 
liefste
 
gewaar
 
alleen
 

tasten

 

strijken

 
oogleden

bewust

 

streelen

 

bewegingloos

 

leefde

 

prettig

 
beneden
 

tijdig

 

morgen

 

wanneer

 

ledikant


volgenden

 

merkte

 
denken
 

plannetjes

 

illusies

 

liggen

 

voelende

 
lekker
 

tinteling

 

kraken


immers

 

dikwijls

 

meisje

 

wakker

 

gelegen

 
bemerken
 
nachts
 

angstig

 

diepte

 

rekenen