leugen. En dat een kind van zooveel gebed. Ongelukkige! hebben wij
dat aan je verdiend!? Het loon voor zooveel zorg en liefde. _Ons
kind onteerd op de schandelijkste wijs, in een zonde die God het
zwaarste straft_. Hij wil dat ik oude man zwaar beproefd word. Maar
jij bent behalve aan Hem, mij rekenschap schuldig van je
ondankbaar, snood gedrag. Je bent verleid, maar je was geen kind
meer! Die man heeft zich op de laagste, de gruwelijkste wijze aan
je vergrepen, maar....
--_Die man heb ik lief, en altijd, verstaat u, na me dood nog, ten
eeuwigen dage, zal ik fan 'em houe, die man_!...
Het zou van een ontzaglijk gebrek aan inzicht getuigen, het
_subjectieve_ recht van den grootvader te ontkennen, om te spreken als
hij doet, van zijn standpunt, met zijn gebrek aan [p.357]
doorvoelingsvermogen, in zijn onwetendheid, maar van een minstens even
groot gebrek aan inzicht zouden wij blijk geven, indien we en dat
standpunt, en dat gemis van doorvoelingsvermogen en die onwetendheid
niet scherp zouden laken, _in iemand, die zoo hoogmoedig als rechter
optreedt_. Ware hij niet geheel verkerkelijkt, verdogmatiseerd, de door
mij gecursiveerde zin van Geertje, die uitbarsting van haar innigste en
hoogste voelen zou hem tot inkeer gebracht en hem de oogen geopend
hebben. Hij zou ingezien hebben, dat tegenover zooveel zielssterkte en
zooveel zielsadeldom, wel het beste wat _hem_ paste, ware: te zwijgen,
liefdevol te helpen, en aan den Hoogsten Rechter, in Wien hij immers
gelooft, het oordeel en vonnis over te laten. Hadde hij al zijn teksten
op dat oogenblik vergeten en zich slechts deze uit _Job_ herinnerd: "Leg
uw hand op den mond, want God is in den hemel en gij op aarde, laten
daarom uw woorden weinige zijn," het ware hem beter geweest! Zie ik hier
_Geertje_ en haar grootvader tegenover elkaar staan, hoe herinner ik mij
het woord der Joodsche Wijzen--ja ik ben zeer hebreeuwsch van
avond!--"Er zijn _nieuwe_ kruiken, waarin _oude_ wijn is, en _oude_
kruiken, waarin zelfs geen _nieuwe_ wijn is."--In die uiting van
_Geertje_--ik kan er niet vaak genoeg uw aandacht op vestigen--vindt ge
opnieuw de bevestiging van wat ik zei, _den sleutel tot het begrijpen
van dit boek_: Geertje is _geen_ "verleid dienstmeisje," maar: een
heldin der liefde, een van die _zeldzame menschen, die de zeer groote
liefde kunnen voelen, en die door alle wisselingen van lot en jaren, die
liefde trouw blijven,_
|