FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   >>  
illig schokte ze neer op den stoel en bleef, den rug naar het raam, den linkerarm zwaar over den hoek van de tafel, den rechter slap op den schoot, voorover gebogen zitten staroogen met botte dofheid. Een beweging van ongeduld schaduwde over het tafelvlak langs haar. Geduld had Groo'va niet kunnen leeren in al die jaren van jongens bebrommen. --Ik wacht, op wat je te zeggen hebt, Geertje! Driftig met sprongetjes, kwam de bedreiging. En nu smakten de lippen.--_Dat was toch zoo'n malle gewoonte van Groo'va, net iemand, die de soep te zout vindt_. Dit door mij gecursiveerde zinnetje is uitstekend. In een loome onverschilligheid, voor alles wat die dorre, niet-gevoelende, niet begrijpende oude haar verder zeggen zal, is _Geertje_ nu tot een toestand van koel-nuchter, minachtend-scherp observeeren gekomen. Een gewoon en algemeen verschijnsel: terwijl overgroote eerbied het waarnemingsververmogen [p.356] van den eerbiedige ten opzichte van den geeerbiedigde verzwakt of krachteloos maakt--men ziet dit bijvoorbeeld aan hen, die zoo eerbiedig tegenover de tradities onzer maatschappij staan, dat zij zelfs haar ten hemel schreiende misdaden niet zien--wordt bij afwezigheid van eerbied het waarnemingsvermogen zeer actief. In het bijzijn van een als-meerdere-erkende, _verdoft_ het waarnemingsvermogen vaak--en men ziet de weerspiegeling hiervan ook meestal onmiddellijk in het _doffer, gevoileerd_-worden van den blik!--in het bijzijn daarentegen van den als-mindere-geschatte, _verscherpt_ het waarnemingsvermogen niet alleen, maar wordt de geheele geest als in een vrij-wording en ontslaking verlevendigd. (Vandaar dan spot, scherts, enz.). Het omgaan met geestelijk-voornameren heeft zeer zeker veel nut, omdat 't het streven naar het goede, wat men _niet_ bezit, wakker maakt, maar het omgaan met geestelijk-geringeren en -gelijken heeft niet minder nut, omdat men in dien vrijeren omgang _zelf_ zich ontwikkelt, en ontplooit wat men _wel_ bezit. --Zul je nu spreken!? Hoog was hij voor haar. Loom het hoofd heffend, zag zij even hem aan; toen zonk haar blik, als te moe, langs hem neer. En toonloos-koel liet ze vallen: --Ik heb et u ommers al geschreven. --Geschreven!?... Je brief was een weefsel van leugens. Bedrogen heb je me, en al zoo lang! Mij en oom, zelfs Groo'moe nog! Als die dit had moeten beleven! Niets dan de schand'lijkste zonde en
PREV.   NEXT  
|<   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   >>  



Top keywords:

waarnemingsvermogen

 

zeggen

 
Geertje
 

omgaan

 

geestelijk

 
eerbied
 
bijzijn
 
hiervan
 

scherts

 

meerdere


Vandaar
 

voornameren

 

erkende

 
verdoft
 
weerspiegeling
 
doffer
 
geschatte
 

verscherpt

 

alleen

 
mindere

daarentegen

 

actief

 

worden

 

gevoileerd

 

geheele

 
meestal
 

wording

 

ontslaking

 

onmiddellijk

 

verlevendigd


Geschreven

 

weefsel

 
leugens
 

geschreven

 

ommers

 

vallen

 

Bedrogen

 
beleven
 

schand

 

lijkste


moeten

 

toonloos

 

minder

 

vrijeren

 

omgang

 
gelijken
 
geringeren
 

streven

 

wakker

 

ontwikkelt