FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289  
290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   >>  
m.... Nu aten zij: grauwe erwten met ham, door Groo'moe gekozen als Geertje's lievelingskost. Maar Groo'va had de ham niet zoo mooi dun gesneden als anders. Ik heb daar straks de opmerking niet willen maken, om de stemming van dit overigens fraaie stuk niet te bederven, maar nu moet ik toch even zeggen, dat het mij spijt hier het woord "hikte" ter beelding van Groo'moe's manier van spreken gebruikt te zien. Het werkt ontegenzeggelijk storend. Hikken, [p.315] in de beteekenis van hakkelend spreken heeft te vaststaand en eigenaardig gebruik in den volksmond, dan dat het ook hier niet onmiddellijk de daaraan verbonden onsmakelijke gedachten-associaties zou doen opkomen. Maar nu geloof ik dat het toch tijd wordt mijn daar straks afgebroken zin te voltooien. Dus: Ten derde leeft in Grootvader ook een mensch, die, zij 't schaarsch, zij 't droog, zij 't kleintjes, zich toch ook op een andere dan Bijbelsch-gereglementeerde wijze uit. Want--en Grootvader moge mij het oneerbiedig vergelijk vergeven:--geen papegaai is er zoo aan verslaafd op het voorbeeld van anderen te vloeken en te zegenen, of hij krast er wel eens op zijn eigen manier, z'n toorn, verdriet of vreugde doorheen. Grootmoeder moge schreien, Geertje langs de wang aaien, haar laten uitweenen aan haar borst, de stugge, terughoudende, half-bevroren grootvader brengt het niet verder dan: _de ham niet zoo mooi dun te snijden als anders_. Maar met dat al is het laatste toch evenzeer een zuivere gevoelsuiting als de eerste. Wenschen we er den oude geluk mee! Ik sla nu een stukje tekst over en haal het eigenlijk afscheidnemen van Grootmoeder en Geertje aan: Grootvaders _lange_ gestalte stond in de deuropening. --... Nou Groo'moe.... --Nou kind...! 't Was of Groo'moe haar niet loslaten kon. Ook zij was aangedaan. Maar ze hoorde Groo'va zeggen: --'t Is tijd! en toen kreeg ze opeens een schrik, een vrees dat ze den trein niet zou halen. --Goeie Groo'moe, zei ze troostend, _en wrong voorzichtig zich los_. --De Heer ... zij ... met je, beefde Groo'moe's stem. --_Ja Groo'moe_, zei Geertje, _en zocht haar taschje_. Toen ze het had, tasch, handschoenen, parapluie, nog gauw, bij een vroolijker--"Dag Groo'moe, het beste Groo'moe," een lichte kus op het grijze haar; en vlug voor Groo'va, die de voordeur had geopend, heen, was ze in eenen kamer en huis uit. In den e
PREV.   NEXT  
|<   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289  
290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   >>  



Top keywords:

Geertje

 

Grootvader

 
zeggen
 

spreken

 

manier

 
straks
 
anders
 
Grootmoeder
 

uitweenen

 

stugge


gestalte
 

deuropening

 

Grootvaders

 
afscheidnemen
 
eigenlijk
 
terughoudende
 
eerste
 

Wenschen

 

verder

 
brengt

gevoelsuiting

 

snijden

 

laatste

 

zuivere

 

grootvader

 
evenzeer
 

stukje

 

bevroren

 

vroolijker

 

parapluie


taschje

 

handschoenen

 
lichte
 

geopend

 

grijze

 

voordeur

 

opeens

 
schrik
 

hoorde

 

aangedaan


loslaten

 

schreien

 

beefde

 

voorzichtig

 

troostend

 
oneerbiedig
 
ontegenzeggelijk
 

gebruikt

 

beelding

 

storend