edreven: haar familie is haar niets meer, het huis van Heins
voelt ze als haar tehuis, en in dat huis, is er nog een stilzwijgende
verstandhouding _tusschen Heins en haar van elkander begrijpen_--zooals
zij, onnoozele dupe van dien man, denkt--_tegenover_ de juffrouw, "die
geen vrouw is voor Heins," en z'n leven "zoo ongezellig maakt!"--En nu
die momenten, waarvan ik zooeven sprak: (Geertje zit met Oom en Tante in
de tent van een liedjes-zanger. Ze denkt:)
Die twee zeker gangesjeerd. Dat de moeder van 'et meisje. 't Meisje
leek nog heel, heel jong. He, zoo same kermishoue!... knappe jonge,
d'er gelant, flink ... _gut, op wie leek nou die jonge?_ Zoo ie's
bekends had ie in z'n gezicht.... Toch niet thuisbrenge.... (Ik
oversla hier een stuk. v.C.) _Wat keek die
[p.331] jonge verliefd z'en meisje an ... knappe jonge ... op wie
leek ie?_.... Leegte, nou die mensche weg.... Zou 't al laat
zijn.... O, vervelend, heel d'en avond.... He! zoo-as dat meisje
uitgaan. ... netjes, met moeder, en je galant....
Ge ziet in dit stuk het _liefdesverlangen_ van Geertje, ge ziet hier ook
_het aandoenlijk beroofd-zich-voelen van de wees,_ maar in de door mij
gecursiveerde zinnen, zit dat andere. Hoe? Dat zult ge dadelijk
zien....--Den volgenden morgen, 't is Zondag, is ze ofschoon ze vrij
heeft, naar het Hang gegaan, om even wat geld te halen--Oom en Tante
zitten zonder cent--en dan speelt zich daar het volgende prachtige
tooneel af: (Maar o, lieve vrienden, 't geen hieraan voorafgaat: dat
gedupeerd worden van de arme Geertje! hoe zij gelooft dat Heins uit
_goedheid_ zoo vriendelijk, midden zijn eigen verdriet, jegens haar
is.... neen als ge het boek-zelf niet leest, al die magnifieke dingen,
die ik natuurlijk moet overslaan, dan zou het mij berouwen er iets over
te hebben geschreven. Want dan zou ik het gevoel niet van mij kunnen
afzetten, het te hebben verminkt!) Geertje is bij meneer op kantoor om
geld te wisselen en hij vraagt haar of ze zich geamuseerd heeft op de
kermis:
Zij wist niet of ze 't zeggen zou. Ze schaamde zich zoo over wat er
was gebeurd, ze zou ommers ook liever heelemaal niet meer over de
kermis hebben gesproken, maar ze had zoo'n behoefte om het te
zeggen, om vertrouwelijk te doen tegenover Meneer....
(Ik oversla weer 'n stukje tekst. v.C.)
--Holkers? Da's 'en zure jonge.
--'En gemeenert.
--Zoo? dat ook?... Och jee!...
|