FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291  
292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   >>  
p.317] aan het nieuwe, het komende behooren gaat, waarheen haar gulzig hartje hunkert? Maar de grootmoeder denkt aan niets anders dan aan haar. Het was haar strammen ouderdom niet te veel, de trappen naar het zolderkamertje op te klauteren, om haar kleinkind zoo lang mogelijk te kunnen naoogen.... Maar bij dit laatste wil ik toch nog even stilstaan: Tot hiertoe, ook in de door mij niet geciteerde gedeelten van dit hoofdstuk, zien wij de personen, onmiddellijk _door de ziening van den auteur_. Tot hiertoe beweegt zich ook het verhaal in _ondoorbroken-voorwaartsche_ richting. Met dit laatste zinnetje wordt dit alles plotseling anders: De schrijver laat ons niet door zijn oogen Geertje zien--om 't zoo slordig-weg uit te drukken--maar door die van de grootmoeder, en om dit te kunnen doen plaats hebben, worden we plotseling met een ruk achteruitgetrokken--een ruk, dien ik, bij de eerste lezing _werkelijk gevoelde_!--: we bevinden ons met grootvader en Geertje reeds op weg naar het station, we hebben het meestershuisje en grootmoe achter ons gelaten en nu worden we plotseling daarheen weer verplaatst. Wat beteekent dit?... Het beteekent, dat hier eene van die onbewuste, zeer schoone stijgingen van gevoel in den kunstenaarsgeest heeft plaats gegrepen, die wellicht tot de innigste en teerste bestanddeelen van kunst behooren. Onbewust zeg ik: het zou zelfs kunnen zijn, dat de auteur het tot op den huidigen dag zelf niet weet en--toch _is_ het zoo, ja, het is niet onmogelijk, dat hij, nu ik het zeg, het niet juist zal vinden en--desalniettemin blijft het de waarheid! Voor die door hem gestadig in zoo liefdevolle beschouwing omkoesterde _Geertje_-figuur is, op dit oogenblik van afscheid van haar veilig dorpje, dat zij verlaat om zoo groote beproevingen in de angstig-groote en vreemde stad tegemoet te gaan, zoo groote teerheid in hem gerezen, dat hijzelf als in onbewuste kieschheid terugwijkt, om die laatste visie van hoe zij als onbezorgd kind in het grootouderlijk huis was, in de verbeelding der menschen te laten ontstaan en beklijven, gelijk zij gezien werd door de grootmoeder, die Geertje het best en het diepst heeft liefgehad....-- Ik oversla nu een stukje tekst: Geertje op weg naar het [p.318] station, hoe zij van allerlei dorpsgenooten lieve attenties en hartelijke vaarwel-groeten krijgt. Een meisje staat haar op te wachten met 'n mand "bellevleurs": "Geertjen, hier heij 'n mand mit appels, lekkere bellevleurs nog. Die ze
PREV.   NEXT  
|<   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291  
292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   >>  



Top keywords:

Geertje

 

kunnen

 
laatste
 

groote

 

grootmoeder

 
plotseling
 
worden
 
auteur
 

hiertoe

 

hebben


station
 

beteekent

 

anders

 
behooren
 
bellevleurs
 
onbewuste
 
plaats
 

waarheid

 

gestadig

 
liefdevolle

tegemoet

 

onmogelijk

 

blijft

 

afscheid

 

veilig

 
omkoesterde
 

figuur

 

oogenblik

 

dorpje

 

angstig


vreemde

 

beproevingen

 
beschouwing
 

desalniettemin

 

verlaat

 

vinden

 

attenties

 
hartelijke
 

vaarwel

 

groeten


dorpsgenooten

 

stukje

 

allerlei

 

krijgt

 

appels

 
lekkere
 
meisje
 

wachten

 

Geertjen

 

oversla