FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206  
207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   >>   >|  
deed.... Maar met dat al: dwepers kunnen geen maat houden. En daarvoor wil ik u behoeden. En trouwens, wat hun 't noodigste was, is het nog daarom u niet. Gij behoeft niet meer gewekt te worden. Gij zijt wakker, daar ben ik zeker van. En die brandstof in u, die voedt geen persoonlijk-revolutionnair, geen klein-flikkerend vlammetje meer, maar hij helpt mede-voeden dat zekere en klare licht, dat socialisme heet. Daarom: gij zult en moet _Multatuli_ kalmer genieten, gij zult onderscheiden leeren. En o, vooral, gij moogt niet in de fout vervallen, waarin zij vervielen: ... Een ieder mensch, een _mensch_, die met een Groote verkeert, voelt vroeg of laat den drang, dien te gelijken. Die drang kan hem heilzaam, maar ook onheilbrengend zijn. Heilzaam is zij hem, wanneer hij denkt: Die groote mensch, dien ik zoo liefheb, is toch een mensch, hij moet dus gebreken hebben. Laat ik oppassen dat ik niet, door mijn overgroote liefde verblind, die gebreken overneem. Want die fouten, welke in 't geheel van zijn ontzaglijke persoonlijkheid zoo gering lijken, zouden mij, kleine, verpletteren. Laat mij groeien en genieten van zijn voortreffelijkheden. Maar laat mij ook hierin wijs zijn: laat mij hem niet _nabootsen_ in zijn deugden, want naaepen, dat is het werk van apen; de plicht en het verlangen van menschen is: blijde te zijn met, te genieten van het goede; hun wijsheid: te weten dat daardoor hun wezen van zelf groeit en _natuurlijk_ en _geleidelijk_ beter wordt. Wat voor _uw_ wezen van _zijn_ voortreffelijkheid geschikt is, dat eigent het zich van zelf toe, mits gij u maar zoover opwerkt, dat ge [p.221] die voortreffelijkheid kunt begrijpen en beminnen. Maar nabootsen, _vooral niet_! Een mensch, die van de zon geniet, moet daarom niet voor zon willen gaan spelen, noch zich verbeelden, dat hij stralen schiet.... Om u nu reeds in dit inleidend stuk het onderscheiden van Multatuli's deugden en gebreken makkelijker te maken, zeg ik dit: zijn deugden waren: een sterk ontwikkeld bewustzijn van eigen hooge waarde; een machtig revolutionnair sentiment; een onbegrensde menschenliefde: een heftig begeeren naar waarheid (welke hij echter nog minder vaak kon bereiken dan hij anders had gekund, wijl hij gehinderd werd, ten eerste: door de bitterheid van zijn geest, ontstaan door het ondervonden onrecht; ten tweede: door zijn groote menschelijke en kunstenaars-ijdelheid, waardoor hij niet nalaten kon te "poseeren"); een in-staat-zijn zich op t
PREV.   NEXT  
|<   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206  
207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   >>   >|  



Top keywords:

mensch

 

genieten

 

deugden

 

gebreken

 

onderscheiden

 

Multatuli

 
voortreffelijkheid
 
nabootsen
 

groote

 

vooral


revolutionnair

 

daarom

 

opwerkt

 

tweede

 

zoover

 

begrijpen

 

ondervonden

 

geniet

 

willen

 
ontstaan

beminnen

 

onrecht

 

menschelijke

 

groeit

 

natuurlijk

 

poseeren

 

nalaten

 

wijsheid

 
daardoor
 

geleidelijk


kunstenaars

 

geschikt

 

eigent

 

spelen

 

ijdelheid

 
waardoor
 

stralen

 

waarde

 

bewustzijn

 

bereiken


ontwikkeld

 
minder
 

menschenliefde

 

heftig

 

onbegrensde

 

sentiment

 
echter
 

waarheid

 

machtig

 
eerste