oet
ik u waarschuwen, dat dit schoone niet zoo volmaakt is geworden als we
't van 't genie van zijn schepper ongetwijfeld hadden mogen verwachten.
De schrijver heeft zich namelijk weer eens niet genoegzaam kunnen
bedwingen, zich niet, door zijn gebrek aan objectiviteit, kunnen
onthouden, brokjes van zijn wijsheid, zijn wijsgeerig denken in het
prachtig-gegeven droomleven van zijn _Woutertje_ te mengen. Ik zal u,
ouder gewoonte, zoowel op de heerlijke schoonheid als de fouten
opmerkzaam maken. En ge moet u nu maar, eens voor al, voornemen niet
boos op mij te zijn, omdat ik, door dit laatste te doen, zoo'n beetje uw
genot bederf. Want het is juist mijn doel, u er aan te wennen, geen
genot en zeker geen kunstgenot te willen, dan wat de keur van uw
allerzuiverst gevoel en rede kan doorstaan. Ook de hoogste verrukking,
die kunstgenot geeft, heeft niets gemeen met een roes [p.229] en met een
vertroebeling en verduistering der geestelijke, naar waarheid zoekende
krachten in ons, maar zij maakt in wisselwerking die krachten
integendeel sterker, edeler en meer doordringend.
* * * * *
Ziehier het bedoelde stuk:
Na _Glorioso_ namelijk, (_Glorioso_ is de naam van den
roover-roman, dien Wouter "gehuurd" heeft voor het geld, dat hem
het verkwanselen van zijn "Nieuwe Testament met Gezangen" opbracht,
v.C.) en de onmogelijkheid om dat boek waardig te vervangen,
(_Multatuli_ geeft hier natuurlijk _Woutertje's_ meening weer. Dat
hij dit doet zonder er eenige schertsende of spottende aanmerking
van zich-zelf aan te verbinden is voortreffelijk. Er ontstaat
hierdoor, en blijft ongerept, een zekere fijne humor. v.C.) was-i
in de namiddagen die hij vrij had, onwillekeurig weergekeerd naar
de plek waar-i kennis had gemaakt met de boekerige roman-wereld, en
hoe grof ook de kleuren waren van 't eerste beeld uit die wereld
dat zich aan hem voordeed, ja, misschien juist om de grofheid van
die kleuren, hij voelde zich daardoor zoo aangetrokken, dat-i
zich-zelf geheel veranderd voorkwam, en niet meer begreep hoe hij
ooit z'n genot had kunnen zoeken in die taartjes op den hoek.
Een vreemd verschiet had zich voor hem ontsloten. Hij droomde van
dingen waaraan-i geen naam kon geven, maar die hem bitter
ontevreden maakten met z'n werkelijken toestand. Hij wilde graag
alles doen wat voorgeschreven is om in den hemel te kome
|