jk kleine deel van het
boek zou het al tot iets prachtig-geestigs maken. Je giert van het
lachen onder 't lezen, en tegelijkertijd ben je verrukt over de
levenswaarheid--op 'n paar stukjes na--der weergave!
Hij-zelf was, als alle schrijvers--en menschen--zeer ingenomen met
z'n werk. Hij hield zich overtuigd dat de meester dit ook wezen
zou, en hem om den wille der voortreffelijke uitvoering de
afwijking van de deugd vergeven zou. Het vers zou zeker naar den
Burgemeester gezonden worden, die er kennis van geven zou aan den
Paus, waarna deze Wouter tot zich zou roepen, en hem aanstellen als
hoofdroover.
Hoe moet de schrijver niet doorgedrongen zijn geweest in het denk-voelen
van zijn Woutertje, om zoo schitterend dit echt-kinderlijke,
wild-fantastische luchtkasteelen-bouwen te hebben kunnen weergeven.
Wellicht is dat laten denken aan [p.231] den _Paus_ door dit
_protestantsche_ jongetje, dat _rilt_ als hij _Pater Jansen_ over
_Jezuiten_ hoort spreken, een fout. Wellicht echter zou men kunnen
zeggen, dat "Paus" voor het kind Woutertje niets meer dan een woord is
waaraan zich een vage, romantische voorstelling verbindt. Maar dit
laatste is, gezien de platte en bekrompen "godsdienstige" omgeving van
Woutertje, niet waarschijnlijk.
Zoo droomde hij, en wierp hij strootjes in het water. (Hij staat
bij 'n slootje. In de nabijheid zijn twee houtzaagmolens.--Het
stukje wat nu volgt is allervoortreffelijkst. Er wordt nu niet
langer _van_ Wouter _verhaald_, maar zijn denken en handelen
worden, in hun natuurlijk verband, _gebeeld_. Ik geloof niet, dat
ik grooter bewondering voor iets kan gevoelen, dan voor dit
onovertrefbaar zich-ingeleefd-hebben in den kindergeest! Lees maar
eens verder! v.C.) Ze dreven langzaam voort, en verdwenen tusschen
de groen-bemoste balken. Onwillekeurig begon Wouter's verbeelding
verband te scheppen tusschen de richting der strootjes en zijn
indrukken. Daar ging de gravin met haar sleep, maar ze haakte aan
den kant en bleef steken in de modder. De kuische Amalia had geen
beter lot, en raakte verward in 't kroos. Nu Wouter-zelf:
(Wouter-zelf meegevoerd door zijn droomen, vereenzelvigt zich dus
ook met een strootje! Verrukkelijk van geniaal doorvoelen door den
schrijver, niet waar? v.C.) hij naderde Amalia's kroos, en juist
toen-i hoopte haar te redden uit haar gevangenschap, of die te
|