deelen zoo 't behoort, werd-i opgeslokt door 'n eend. Die daaraan
zeer verkeerd deed. Want het was Wouter's laatste strootje, en in
't geklapper van den molen hoorde hij duidelijk Amalia's verwijtend
geklaag:
Warre, warre, warre, wou,
Waar is warre, warre, wou....
Wouter die me redden zou?
Dit maakte hem verdrietig, en hij kon zich niet weerhouden een
steen te werpen naar de eend die door z'n gulzigheid oorzaak was
van Amalia's twijfel aan zijn riddereer. (Al maar door is de
kinder-fantasie uitstekend volgehouden! v.C.) De eend koos de beste
partij, en vertrok, na Wouter te hebben uitgescholden zoo goed hij
kon. Maar de molens schenen zich niet te storen aan de
gebeurtenissen van den middag en klapperden dapper voort. Wouter
hoorde in hun gekraak en gezaag allerlei liedjes, en vergat weldra
Amalia en den Paus, om te luisteren naar de vertellingen die ze hem
deden. Om den lezer niet te brengen in de verkeerde meening dat er
iets bijzonders was [p.232] in de molens, haast ik mij te zeggen
dat ze knarden en knersden juist als andere houtzaagmolens, en dat
alles wat Wouter meende te hooren en te verstaan, niets anders was
dan de weerklank der aandoeningen in zijn eigen gemoed.
't Gebeurt meermalen dat we gelooven iets gewaar te worden van
buiten, wat voortkomt uit ons-zelf, en even dikwijls meenen wij
zelf iets te hebben uitgedacht, dat eigenlijk afkomstig is van 'n
ander.
Dit is 'n soort buikspraak die dikwijls aanleiding geeft tot
ongenoegen en vijandschap.
Dat beeld van de buikspraak is aardig, maar ook niet meer dan dat. Het
is nml. vrij onjuist. Men kan, een buikspreker hoorend, meenen dat een
ander dan hij gesproken heeft, maar nimmer dat men-zelf heeft gesproken,
noch, indien men het zelf heeft gedaan, meenen dat 'n ander, al of niet
buikspreker, het deed! Multatuli heeft hier misschien aan het
zoogenaamde "maagbrommen" gedacht, een nerveus verschijnsel naar ik
meen. Hierbij is 't wel mogelijk, dat men, zelf de geluidvoortbrenger
zijnde, meent dat een ander het is, en omgekeerd. In elk geval zou het
beter geweest zijn, indien hij daaraan gedacht en het gezegd had, al
ware het 'n tikje "onaesthetisch" geweest.
Wie 't snelste draait? Wel ... me dunkt ... neen ... gelijk
beginnen.... Zoo! Neen, de _Arend_ was
|