FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204  
205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   >>   >|  
deunen, waar, daags, een wijsgeer u als bedelaar nadert, en wien ge voor een Grande hieldt, een bedelaar blijkt; waar de liefde geen braaf-burgerlijke vrijage, maar hartstocht en heet begeeren is; een land waar nauwelijks afkeer zijn kan, of zij groeit tot haat. Een Indisch land, waar de ochtend bruusk [p.218] den nacht afwerpt, als een mensch zijn kleed, en de dag niet langzaam heengaat, maar zich snel het masker van den nacht voorbindt, als had hij zich verlaat en schoot het hem plots te binnen, dat hij den wezens de rust moet gunnen, die onder de stralen van zijn gelaat niet mogelijk is.... Een land, waar alles grillig, uitbundig en snelwisselend is.... In minder woorden: na het talentvolle, het geniale; na het afgepaste en zeer wel vermoedbare, het uitbruischend onberekenbare.... Ziedaar: na _Hildebrand: Multatuli_![6] * * * * * Ik erken het volmondig: een geweldenaar als _Multatuli_, met zoo vrouwelijke zachtheid als zijn gemoed bezat; een hater met zooveel liefde; een beeldstormer met dat eene verlangen: plaats vrij te maken voor zijn reuzenbouw van rechtvaardigheid en menschenmin en schoonheid; zulk een met zoo groote fouten en ontzaglijke deugden, is voor de jeugd vol gevaars. Want zijn deugden trekken haar maar aan voor korten tijd: zoo deugdzaam te zijn is wel een tikje moeielijk! Maar zijn gebreken, wellicht, in zekeren zin, niet minder grootsch en schoon van sterke menschelijkheid, die zijn makkelijker en genoeglijker na te bootsen! Zoo denken ten minste de mannen en vrouwen in den dop. _En dit is het gevaar._ Men moet het echter onder de oogen zien, men kan 't niet mijden, tenzij men een bedeesd en braaf moederskindje is, dat aan huiskamers en warme kachels, benevens beekjes, wolkjes en molentjes dicht bij honk, zat genoeg heeft en nooit naar bergen en bergstroomen, olijfbosschen en wijngaarden verlangt. _Multatuli_ heeft in onze kringen, lang voor de stichting van onzen Bond, een geweldige rol gespeeld. En dit sproot nu juist niet voort uit de bijzondere beschaving in die kringen, uit ontvankelijkheid voor het subtiel-schoone en fijn-geestige--och och heere neen, ook hier heeft de Bond bijna alles te doen [p.219] gehad....--maar uit twee geheel andere oorzaken. De eerste was, dat men in _Multatuli's_ werk zag een vrijbrief voor, een rechtvaardiging van 'n soort gene-looze en zich op zich-zelf beroemende bandeloosheid; de tweede echter, van edele natuur: dat die onon
PREV.   NEXT  
|<   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204  
205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   >>   >|  



Top keywords:

Multatuli

 

minder

 

kringen

 

deugden

 

liefde

 

bedelaar

 
echter
 
denken
 

genoeg

 

genoeglijker


sterke

 

schoon

 

bergstroomen

 

grootsch

 

bergen

 

makkelijker

 

menschelijkheid

 

bootsen

 

mannen

 
gevaar

tenzij

 

bedeesd

 

moederskindje

 

mijden

 

olijfbosschen

 

huiskamers

 

vrouwen

 

molentjes

 
minste
 

wolkjes


beekjes

 

kachels

 

benevens

 

vrijbrief

 

eerste

 
geheel
 

andere

 

oorzaken

 

rechtvaardiging

 

tweede


bandeloosheid

 
natuur
 

beroemende

 

gespeeld

 

sproot

 

geweldige

 
verlangt
 

stichting

 

bijzondere

 
geestige