la compris, je fis un
cri de joie: Pucelage! m'ecriai je: c'est bien a Paris, c'est bien
a vingt ans qu'on en cherche![65]
Bovendien blijkt die kuische aard uit hare houding, als dienstmeisje in
het hotel, onder de schunnige moppen der abbes, tegen wie Rousseau haar
in bescherming neemt. Zoo was Therese Le Vasseur, rein te midden van een
al groeiende zedenverdorvenheid, toen zij zich Rousseau gaf. Laat ons nu
zien: Zij, het gevoelige dienstmeisje, met die sentimenten in zich,
welke moet zij wel in den geliefde-zelf, dien zij zoo ver boven zich
stelde, aanwezig hebben gemeend?! Zij, de bijna-analphabete--die niet
wist, dat talent of genie soms niets met noblesse hebben te maken--welk
een wereld van al-soortige verhevenheid moet zij niet in Rousseau
geloofd hebben te bestaan, in dien man, die haar nog bovendien tegen de
gemeenheden der anderen verdedigd had! Als haar nu langzamerhand het
tegendeel blijkt, is het dan niet onafwendbaar, dat zij niet alleen het
geloof in hem, maar op de wijze aller onontwikkelden, die het bijzondere
zoo gaarne veralgemeenen, ook het geloof in de _waarde van deugd-zelf_
verliest? En dat zij doorslaat, doorholt naar den anderen kant?
Onderzoeken wij dus nu door welke feiten haar dat tegendeel kan zijn
gebleken--voor zoover dan die feiten te onzer beschikking staan: er zijn
natuurlijk nog tallooze kleinigheden, voor ons verloren, die ertoe
hebben medegewerkt haar de waarheid duidelijk te maken.
Daar is dan ten eerste het geval met "la papesse Jeanne," de maitresse
van Kluppfel. "Une faute," zegt Petitain, "qu'elle l'a genereusement
pardonnee." Jawel, vergeven, maar kon ze 't ook vergeten? Liet het geen
wrange nasmaak van beleedigde vrouwelijkheid in haar gemoed? Deed het
bovendien niet de gedachte bij haar ontkiemen, dat de berisper van
destijds al niet beter dan de berispten was, en dat zij met haar
scrupules eigenlijk een onnoozel halsje, een onwetend mallootje was
geweest?
[p.182] Maar dan... en hoe zinkt alles, wat zij hem, wat hij haar aan
kwaads moge gedaan hebben in het niet bij die vreeselijke daad vijf maal
betaald: het haar ontnemen van haar kinderen _tegen haar zin_.
Je m'y determinai gaillardement sans le moindre scrupule; et le
seul que j'eus a vaincre fut celui de Therese, a qui _j'eus toutes
les peines du monde_ de faire adopter cet unique moyen de sauver
son honneur. (Sic!) L'annee suivante, meme inconvenient et meme
expedient, au chi
|