dsche vrienden berigt willen zenden, dat de partij afgedaan
is;--hij moge wroeten en slooven, van den ochtend tot den avond, hij
krijgt geene patroons;--want wat kan hij der tweede hand, den
commissionair aanbieden, dat ieder zijner mededingers niet evenzeer en
met hetzelfde regt veilt? De verbastering der zeden ging in Rome soms
zoo verre, dat de wijsste wetten krachteloos werden, dewijl men door
hare toepassing allen schuldig zou hebben verklaard; ik vrees, dat, met
luttele (doch eervolle) uitzonderingen, de algemeenheid des kwaads de
makelaars onzer dagen zal moeten vrijpleiten van transigeren met hunnen
eed. Het zij verre van mij, het daarom te willen vergoelijken;
integendeel, het sticht, als alles wat den standaard der zedelijkheid
verlaagt, onberekenbaar veel jammers, en brengt, zoowel voor den handel
in het algemeen, als voor kooplieden en makelaars in het bijzonder,
dikwijls, ik zou schier durven zeggen altijd, zijne straf met zich. De
voorbeelden zouden ligt zijn bij te brengen.
De tweede bedenking heeft meer schijns, en wie zal ontkennen, dat
enkelen hare juistheid door den gelukkigen uitslag hunner pogingen
hebben gestaafd; maar heeft een mijner lezers de verantwoordelijkheid
gewogen, welke de jonkman op zich neemt, die de kans trotseert verliezen
te ondergaan, welke voor hem in persoonlijke schulden aan zijn'
deelgenoot verkeeren? Het is last genoeg om van terug te deinzen, eer
men zich dien op de schouders laadt, zelfs om den wil van een huwelijk.
Ik heb straks van de poezij van den handel gewaagd, en zeker, het is
streelend, door eigen vlijt, door eigen kracht, een' onbekenden naam bij
zijne medeburgers in aanzien te brengen,--door zijne kennis van zaken en
menschen, het vertrouwen van stad- en landgenooten te verwerven en te
verdienen,--aan zijne allengs uitgebreider betrekking een te huis te
hebben dank te weten, dat voor de zorgen, welke van zaken onafscheidelijk
zijn, schadeloos stelt!--Een te huis lief en waard, dewijl die woning,
ten gevolge van overleg en werkzaamheid, van eene gehuurde in eene
eigene is verkeerd,--een te huis liever en waarder nog, dewijl de
telkens in grooter mate genoten geriefelijkheden des levens de blosjes
lang op de wangen der gade doen wijlen, en er dikwijls in den lach der
vreugde een' zweem van jeugdige aanvalligheid op terugroepen--een te
huis, liefst en waardst bovenal, om het gekeuvel der kleinen, voor welke
zich, hoe rap zij ook opgroeijen, nog sneller uitzigten opene
|