ij had hopeloos,
hij had vergeefs bemind. Maar de jongeling, die, na eene teleurstelling
van dien aard, niet strenger vasthoudt aan al wat hij vroeger hoog en
heilig achtte, heeft hij waarachtig lief gehad?
"Ik wou je toch eens komen vertellen, dat ik geengageerd ben," zei hij,
dood bedaard.
En wij waren elkaar reeds zoo vreemd geworden, dat ik verpligt was te
vragen:
"En met--?"
"De dochter van ----" en eenige kwaliteiten volgden.
Ik was niet genoeg vriend meer,--vergun mij te zeggen: ik heb te strenge
begrippen van vriendschap, om in te houden, wat inij uit het hart op de
tong kwam:
"Dat is anders dan met Elise--"
"Och--wat--ja!" hernam hij, eene phraseologie, waartoe hij reeds
dikwijls zijne toevlugt had genomen, als ik hem sedert zijn blaauwtje,
zijn wankelen, zijn hinken op twee gedachten verweet. Hij was nog niet
zoo ver gekomen, om te beweren: "dat men transigeren moet, om in het
practische leven nuttig te zijn;" enz., enz. Hij begreep, dat hij toch
iets ter gunste van zijn meisje zeggen moest, en liet er zich
verstandiger over uit, dan hij gedaan zou hebben,--ware hij verliefd
geweest.
En voor Pieter, die, een half jaar na zijn engagement getrouwd, mijn
overbuurman was geworden; voor hem zou de drijver daar het balsturigst
paar ezelinnen uit den hoop, ongezeggelijk en zaaemgekoppeld als het was,
aan die ijzeren leuning vastbinden? Hij zou krank zijn, hij, wien de
aanstaande schoonpapa eene geschikte partij had gevonden, al dreef hij
een beetje oppositie, "oppositie was immers tegenwoordig de weg om er te
komen?" Pieter, wiens grieven tegen onzen tijd de valkenblik van den
oude teregt niet zoo zwaar had geacht, dat een lucratieve betrekking die
niet zou kunnen genezen; Pieter de tering? bah!
Was _zij_ dan welligt lijdende? wie het geloofde, niet ik. Het toeval,
--waarom het verheeld?--het toeval, dat door mijne nieuwsgierigheid niet
zoo heel toevallig was, had mij spoedig zijne Louise leeren kennen.
Alles wat zijne vroegere en latere geliefde gemeens hadden, was de
uitgang van den naam _en_ ise. Twee meer verscheiden meisjes zijn
naauwelijks denkbaar. Of het onderscheid louter daarin had bestaan, dat
de eerste eene brunette, de laatste eene blondine was! Maar Elise,
levenslust, plaagzieke dartelheid,--liefde--innige, vurige liefde; maar
Louise, onberispelijke vormen bij volslagen vrijheid van hart, om niet
te zeggen afwezigheid van gevoel! Ik zag haar bij het stilstaan der
graauwtjes voor mi
|