FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   >>  
ving afsmeeken van Hem, wiens vergeving wij allen behoeven--die tranen, dat haar vader ze hadde gezien! Handwerksman--winkelier--ambtenaar--beursganger --weledelgeborene--of wat hij zij of was--God slechts kent hem--God slechts weet het--hij had zich voor zijne onechte dochter geschaamd, en hare knieen aangegrepen, zoo als de schuldige het die des monarchs doet, wiens woord genade verleent. Ook ik zou wenschen, dat er voor den onmensch geen leven na dit leven ware! Ziedaar, wat er soms onder een kornetje schuilt. Willen wij Hanna voort laten mijmeren, voort laten lezen? Harer is een smarte, welke het toch niet in onze magt staat te verzachten. Ook heb ik haar u als jonge vrouw voorgesteld; ook ben ik u nog de vertelling harer vrijerij schuldig. Welaan dan! Dikwijls ben ik er getuige van geweest, dat menschen van hoogeren stand er zich over verbaasden, hoe geringe lieden zoo spoedig kennis maken, en in eenige oogenblikken onder elkander niet slechts gemeenzaam, maar zelfs vertrouwelijk worden. Eilieve, wat vreemds steekt er in? Verre van mij ditmaal uit te varen tegen het weinig toeschietelijke der zeden van onzen fatsoenlijken kring. Het is de schaduwzijde onzer huiselijkheid, wier zachte glans minder zou uitkomen zonder deze, al gaat het ons soms bij haar als bij Rembrandt's schilderijen: jammer, dat die groep niet even mooi zou zijn, zonder dat donker. Stil, geene heiligschennis! En ten einde wij niet afdwalen, wat wagen dienstbaren met hunne openhartigheid? armoede is aller lot. Verblijdt er u over, zoo dikwijls u een trek uit het volksleven verrast, met een blijk, dat wederzijdsche, belangelooze welwillendheid, onder onze mindere standen, ondanks hunne behoeften, groot, zeer groot is,--zoo dikwijls hunne onderlinge hulpvaardigheid mij en u beschaamt--ik heb er de Hollandsche, de Amsterdamsche gemeente te liever om. Geen half jaar had Hanna nog op een der grachten van de hoofdstad gediend, of niet alleen haar groet werd beantwoord, maar hare toespraak uitgelokt; maar hare geschiedenis, droevig en kort als die was, meelijdend aangehoord door eene oudere dienstmaagd, wier portret gij zelve teekenen moogt. "Kind," zei Machteld, "als ge wilt, ik zal de hand aan je houden, of ik je moeder was." Dat was een hartelijk woord in haren toestand; Hanna sprongen de tranen in de oogen. Zoo was er dan iemand, die haar lief had, haar, de verlatene! Want al was zij de sombere vlagen te boven, in welke zij al haar go
PREV.   NEXT  
|<   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   >>  



Top keywords:
slechts
 

dikwijls

 

zonder

 

tranen

 

Amsterdamsche

 

standen

 

ondanks

 

Hollandsche

 

behoeften

 
beschaamt

onderlinge

 

mindere

 

Rembrandt

 

hulpvaardigheid

 

schilderijen

 

jammer

 

Verblijdt

 
armoede
 
gemeente
 
afdwalen

openhartigheid

 

belangelooze

 

dienstbaren

 

donker

 

wederzijdsche

 

volksleven

 

verrast

 

heiligschennis

 
welwillendheid
 

toespraak


houden
 
moeder
 

Machteld

 
hartelijk
 
sombere
 
vlagen
 

verlatene

 

sprongen

 
toestand
 
iemand

teekenen
 

alleen

 

gediend

 
beantwoord
 
hoofdstad
 

grachten

 

uitgelokt

 

oudere

 

dienstmaagd

 

portret