FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   >>  
en schreeuwers. En echter, niet minder dan of zij haar wreed hadden uitgescholden en ruw hadden bejegend, niet minder betrok bij zulke tooneelen dat gezigtje, 't welk slechts behoefde te zijn gezien om te worden gespaard: die kinders hadden hunne ouders gekend,--zij wisten ten minste wie zij geweest waren,--zij konden hunner in liefde gedenken. Zij, daarentegen!... En waarom ook zij niet?--Voortreffelijke Hanna!--eer de jaren der huwbaarheid aanbraken, waren de geheimen der kunnen haar ontsluijerd; maar niet door overprikkelde nieuwsgierigheid, niet door dartelen lust, niet door wulpschen zin. Smartende distels en weedoende doorns hadden haar die kennis ingescherpt. Onder de schepselen welke onze beschaving, onze zedelijkheid, ons christendom op de hoeken onzer straten en stegen duldt, onder die schepselen kon hare moeder schuilen,--en wie weet, welk voorbijganger haar vader was?--Voortreffelijke Hanna! herhaal ik. Vraag mij niet, hoe zij tot die waarlijk menschelijke, tot die echt kinderlijke, tot die vrome beschouwing van haren toestand en dien harer moeder gekomen was; maar in het Huis werd de bijbel gelezen, en het woord van Hem, wiens uitspraken licht en liefje zijn. Het woord: "Wie van u zonder zonde is, werpe den eersten steen op haar!" was balsem geweest voor haar gekrenkt gemoed; het bragt verzoening te weeg. En, zonderlinge zegen in strafheid, in miskenning, in onregtvaardigheid bedeeld!--de verwijten, bij welke zij de onschuld harer gedachten had ingeboet, maar door wie zij tevens in de kennis met wapenen was toegerust--zij behielden haar in de ure der verzoeking, toen zij dienstbare geworden was in eene aanzienlijke woning, en de verleiding haar aanlokte, niet slechts in den glans van goud, maar ook in den bloei der jeugd. Hare moeder stond haar voor den geest;--hare moeder, die eens onbevlekt was geweest als zij;--hare moeder, die misschien viel, dewijl ze niet gewaarschuwd was;--hare moeder, die mogelijk op dat oogenblik een leven van zonde op een leger van smarte boette. Herinnerde deze zich harer, wenschte zij haar bij zich? O, de tranen, welke er langs Hanna's wangen vloten, dewijl ze haar in dien jammer niet bij konde staan, dewijl zij het kussen van de stervende niet zacht mogt schudden, dewijl ze haar niet zeggen mogt, hoe van harte zij vergaf, dat wieg en kreb, en bete en dronk, haar zoo hard, haar zoo karig gegund, haar zoo bitter waren geweest, dewijl ze haar niet goeden nacht mogt kussen en verge
PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   >>  



Top keywords:
moeder
 

dewijl

 

geweest

 

hadden

 

schepselen

 

Voortreffelijke

 

kennis

 

minder

 

kussen

 
slechts

dienstbare

 

verzoeking

 

strafheid

 

zonderlinge

 

geworden

 

aanzienlijke

 

woning

 
aanlokte
 
verleiding
 
verwijten

verzoening

 

gemoed

 

tevens

 

ingeboet

 

gekrenkt

 

gedachten

 

bedeeld

 

onregtvaardigheid

 
balsem
 

onschuld


behielden
 
toegerust
 

miskenning

 
wapenen
 
eersten
 
mogelijk
 

stervende

 

schudden

 
zeggen
 
wangen

vloten
 

jammer

 

vergaf

 
bitter
 
goeden
 

gegund

 

onbevlekt

 

misschien

 

gewaarschuwd

 

wenschte