The Project Gutenberg EBook of Liedekens van Bontekoe en vijf novellen
by E.J. Potgieter
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Liedekens van Bontekoe en vijf novellen
Blaauw bes, blauw bes!--'T is maar een
pennelikker!--Marie--De ezelinnen--Hanna
Author: E.J. Potgieter
Release Date: October 9, 2005 [EBook #16842]
Language: Dutch
Character set encoding: ASCII
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK LIEDEKENS VAN BONTEKOE ***
Produced by Anne Dreze and Marc D'Hooghe
LIEDEKENS VAN BONTEKOE
door
E.J. POTGIETER
* * * * *
VIJF NOVELLEN:
(BLAAUW BES, BLAAUW BES!--'T IS MAAR EEN PENNELIKKER!--MARIE--DE EZELINNEN
--HANNA)
LIEDEKENS VAN BONTEKOE
Aan de kant van de Revier komende daer de Praeuw lag, stond daer een
hoop Inwoonders; en haperden geweldig tegen elkander; het scheen dat de
eene wilde hebben dat ik voer en de ander niet. Ik greep een of twee uit
den hoop by den arm, en stuwde ze na de Praeuw toe, om te varen gelyk of
ik noch Meester was, en ik was boven half Knechte niet. Sy sagen er soo
vreesselyk uit als Dollemannen, doch lieten haer geseggen: en twee
gingen met my in de Praeuw, de eene ging agter sitten, en de ander voor:
elk met een scheppertjen in de hand, en staken af; sy hadden elk een
Kris op haer syde steken, synde een geweer of het een Ponjaerd was, met
vlammen. Doen wy wat gevaren hadden, kwam de agterste na my toe, want ik
sat midden in de Praeuw, en wees dat hy geld wilde hebben. Ik taste in
myn dief sak, haelde er een kwartjen uit, en gaf het hem. Hy stond en
bekeek het, en wiste niet wat hij doen wilde; doch nam het ten lesten,
en wond het in syn Kleedjen dat hy om syn middel hadde, de voorste
siende dat syn Maet wat gekregen had, kwam mede na my toe, en wees my
dat hy ook wat hebben wilde; ik dat siende, haelde weder een kwartjen
uit myn dief sak: en gaf het hem. Hij stond en bekeek het mede, 't leek
dat hij in twijffel was of hy het geld wilde nemen, dan of hy my wilde
aentasten, 't welk sy ligt souden hebben kunnen doen, want ik hadde geen
geweer, en sy hadden elk een Kris op syde. Daer sat ik als een schaep
tusschen twee Wolven, met duisend vreesen; God weet hoe ik te moede was:
vo
|