FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   >>   >|  
moeder kondt zijn," sprak de meewarige man. "Mijn kind! mijn kind!" snikte de grijze, en toen zij klappertandende het glas water had leeggedronken, volgde vraag op vraag, maar bleef ieder antwoord onbevredigend;--Eefje was wat wispelturig van humeur geweest; Eefje was vertrokken, wegens ongesteldheid; dit was alles, wat haar te laste werd gelegd; alles, wat men van haar wist. Het was ongeveer drie maanden geleden! Vergeleken met Parijs, met Londen zelfs, is Amsterdam, in de oogen van den wereldburger, wel geene kleine stad; maar trots den vijfdubbelen ring van grachten, om hare oude burgtwallen geslagen, toch geen doolhof, waarin het hem onmogelijk zou zijn, den eersten den besten, dien hij zocht, op het spoor te komen, hoe deze zich ook schuil houden mogt. En echter, voor mijn arm blaauwbessenvrouwtje was de ruimte, welke zich bij deze woorden voor haar ontsloot, was het velerlei verschiet, dat zij beurtelings verpligt zoude zijn in te slaan, schier verbijsterend. Waar was Eefje? hoe zoude zij haar kind weervinden? Slechts een gebouw teekende zich op ieder tooneel, dat voor hare oogen dwarlde, scherp tegen de lucht af; het was de huizing, waarin de armoede vergeten wegsterft; het was de St. Pieterspoort, het was het _Gasthuis_. Onwillekeurig had vrouw Hendriksz de handen, die in haren schoot lagen, gevouwen, en zonder dat hare lippen prevelden, zagen de omstanders het haar aan, dat zij God om sterkte bad; er was niemand onder hen die ze der moeder niet toewenschte. "Hebt gij hier geene kennissen, geene vrienden?" vroeg de heer des huizes, bewogen. "Onder de mindere menschen wel; maar die zullen mij weinig kunnen helpen, als--Ooh, Mijnheer! al ben ik hare moeder, zeg het mij maar ronduit,--Eefje heeft zich hier immers goed gedragen?" "Wat wispelturig, zooals ik u zeide ..." "Maar--toch--eer--lijk?" "Ja, vrouwtje! ja!" "Goddank, Mijnheer!" er sprongen tranen uit de oogen der grijze vrouw,--"en" voer zij voort; doch het woord wilde de keel niet uit;--"daar valt mij een huis in; Mevrouw van ----," en zij noemde een bekenden naam--die Mevrouw zal zeker wel weten, waar zij is; als Eefje niet naar huis komen kon, heeft zij zeker bij haar hulp gezocht--die Mevrouw is bij ons vandaan, moet u weten." En zij stond op van den stoel, waarin de heer des huizes haar had neergezet, en met de wellevendheid der natuur verzocht zij hem, haar den last ten goede te houden, dien zij hem had aangedaan: "maar u heeft mis
PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   >>   >|  



Top keywords:

waarin

 
moeder
 

Mevrouw

 

houden

 

huizes

 

grijze

 

Mijnheer

 

wispelturig

 
weinig
 

helpen


kunnen

 

kennissen

 

sterkte

 

niemand

 

omstanders

 
zonder
 

lippen

 

prevelden

 
bewogen
 

mindere


menschen

 

vrienden

 

toewenschte

 

zullen

 
gezocht
 

vandaan

 

noemde

 

bekenden

 

aangedaan

 

verzocht


neergezet

 

wellevendheid

 
natuur
 
zooals
 

ronduit

 

immers

 

gedragen

 

gevouwen

 

vrouwtje

 

Goddank


sprongen

 
tranen
 

Slechts

 

Vergeleken

 

geleden

 

Parijs

 

Londen

 

maanden

 
ongeveer
 
Amsterdam