FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108  
109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   >>   >|  
en oogst droeg, dan voor de kleine woning, wier dak de grijsheid en de jeugd, het verledene en de toekomst, hunne ouders en hunne telgen herbergde? De dagen der grafelijkheid leverden geene wedergade op van het jammer onzer handels-eeuw. Eene vergelijking uit onzen tijd! Er gaat in den ganschen lande maar eene stem op over de bureaucratie, welke ons uitmergelt; doch schoon de jongste wet op de pensioenen werd verworpen, hoe luttel leden der Tweede Kamer loochenden de billijkheid van het beginsel, dat dertig of veertig jaren trouwe dienst aanspraak geven op een onbezorgden ouden dag! Eere den minister, die menschen- kennis genoeg had, den staat noch eerlijke, noch ijverige dienaren te durven beloven, als alle uitzigt op pensioen, den ziekelijken of bedaagden werd ontnomen. Maar wie waarborgt dit den kantoorbediende, den klerk, die meer van zijnen patroon inschikt, dan de ambtenaar van zijnen superieur; den pennelikker, die niet, als de geemploijeerde, gegronde hoop koesteren mogt op bevordering? Waarlijk, de laatste valt naauwelijks onder de automaten te betrekken; want er was een prikkel, die hem aanvuurde; want, vergelijkender wijze gesproken, had hij veel vrijen tijd; want er blijft voor hem eene rust over, als de Heer zijne dagen rekt. In den toestand, dien wij beschouwen, schemert geenerlei licht den donkeren nacht door, dan de bleeke toorts des medelijdens van een jonger geslacht; bouw daar uwe hoop eens op! Het is hartverscheurend, dat ik er bij moet voegen, dat eene kleinigheid, "te veel om van te sterven, te weinig om van te leven," slechts zelden wordt toegestaan, zeldzamer nog met die genegenheid, waarop de dienst van een gansch leven regt geeft. Er is iets verschoonlijks in de aarzeling, waarmede men er toe komt, eenen ouden klerk van zijne werkzaamheden op het kantoor te ontslaan, schoon men hem zijne bezoldiging blijft uitbetalen. "Wie weet hoe lang het met den ouden man nog duren zal?" heet het soms, "in de laatste jaren hadden wij toch reeds zoo weinig dienst van hem." En echter, och, dat ge liever bedacht, dat zijne beenen verstramd zijn, door het opklimmen van uwe trappen,--dat zijne oogen verglaasd zijn, bij het licht van uwe lamp,--dat zijn hoofd suf is geworden, door het optellen van uw vermogen--uw vermogen!--Hij heeft stellig dat uws vaders, misschien dat van uwen grootvader gekend--hij heeft geweten, hoe deze begon--overlegde--groote winsten had. Al die jaren bleef hij de oude knecht; of was
PREV.   NEXT  
|<   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108  
109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   >>   >|  



Top keywords:
dienst
 

zijnen

 

weinig

 
blijft
 
laatste
 
schoon
 

vermogen

 

groote

 

hartverscheurend

 

voegen


sterven
 
zelden
 

toegestaan

 

zeldzamer

 

slechts

 

verglaasd

 

stellig

 

kleinigheid

 

winsten

 

optellen


bleeke
 

donkeren

 

beschouwen

 
schemert
 

geenerlei

 
knecht
 
toorts
 

geslacht

 

trappen

 

jonger


geworden

 

medelijdens

 
genegenheid
 
misschien
 

verstramd

 
grootvader
 

echter

 

liever

 

bedacht

 

hadden


beenen

 

uitbetalen

 
gekend
 

verschoonlijks

 
aarzeling
 
overlegde
 

waarop

 

gansch

 
waarmede
 

vaders