FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130  
131   132   133   134   135   136   137   >>  
en dubbel statelijk door hunne roerlooze rust. Ik zag Marie aan; hare vingeren speelden met een medaillon. En mijn blik rustte op het verschiet, waar de hellende heesters zoo vele waaijers schijnen, om het blinkend duinzand uit het oor te keeren. Ik verbeeldde mij, dat de veldnimfen waren ingesluimerd; immers geene wuifde; alle blanke armen waren op de mollige heup of op het frissche gras afgegleden; de zoelte had haar bevangen: ik hoorde de stilte. Daar ging de veer van het medaillon; er was een lok blond haar in; Marie bloosde. "Van Willem," zeide zij openhartig; "weet gij, of hij al kadet is?" En zij bloosde sterker. "Ha! eene eerste liefde," dacht ik. "Spreek er toch _mademoiselle_ niet van!" ging zij verlegen voort. O opvoeding! Ik sloeg het verzoek af, noch stemde het verzoek toe; ik hoorde de dorpsklok slaan, en wij keerden terug. Het ware u kwellen, zoo ik u alle pauzes deed medemaken, die er tusschen mijne vraag, of Marie nog veel naar de natuur schetste? en haar antwoord: "_Mademoiselle_ is niet sterk in het teekenen," tusschen mijn ongeloovig: "En waarin munt zij dan uit?" en haar vertrouwend: "O, zij leert mij geographie, mythologie, historie en handwerken; zij heeft reeds vele educaties geacheveerd," verliepen. Het luiden van den bengel riep ons in de eetzaal. Marie zat naast _mademoiselle; c'est tout dire_. En toch heb ik nog iets op het hart. Ik ben gastronoom noch epicurist; maar ik had liever, dat ge mij voor een van beide hieldt, dan voor een koud-waterdrinker of pannekoekeneter. Wie ook naar buiten ga, om zich te behelpen,--wie ook op het land gaarne het weinige voor lief neme,--ik ben zoo bescheiden niet. Zoo de oude kloostertucht zich de versterving aller zinnen ter taak stelde, ik word liefst op het eigen oogenblik overtuigd van de prikkelbaarheid mijner vijf. Vele spiegels--lichtkleurige wanden,--een zuivere dampkring om mij heen,--een zonnig landschap in het verschiet, waar het geopend vensterraam en de half weggeschoven gordijn een koeltje binnenlaten,--overvloed van schotels voor mij, wier verscheidenheid mij de weelde te kiezen onbekrompen vergunt--geurige tintelende wijnen in kelken, het edele vocht waardig,--vooral lieve, vrolijke, mooije aangezigtjes naast en over mij,--en, wilt gij het geheel volmaken? de malsche, ruischende toonen eener muzijk, die zich niet oorkwetsend opdringt, die tevreden is, zoo gij slechts naar haar luistert, als de zoeter stem aan uwe z
PREV.   NEXT  
|<   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130  
131   132   133   134   135   136   137   >>  



Top keywords:

verzoek

 

bloosde

 

tusschen

 
hoorde
 

mademoiselle

 

verschiet

 

medaillon

 

oogenblik

 

overtuigd

 

versterving


stelde
 

zinnen

 

liefst

 
kloostertucht
 

behelpen

 

epicurist

 

gastronoom

 

liever

 

hieldt

 

gaarne


weinige
 

bescheiden

 

prikkelbaarheid

 

pannekoekeneter

 

waterdrinker

 
buiten
 
weggeschoven
 

aangezigtjes

 

geheel

 

malsche


volmaken
 

mooije

 

vrolijke

 

waardig

 

vooral

 

ruischende

 
toonen
 

zoeter

 

luistert

 
slechts

muzijk

 
oorkwetsend
 

opdringt

 
tevreden
 

kelken

 

wijnen

 

zonnig

 

landschap

 

geopend

 

vensterraam