FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  
rampen, die haar troffen, hadt gij u gebogen voor het geloof, dat u uit hare bruine oogen toestraalde, hadt gij u verkwikt aan eene gemoedsrust, die het verlies van jeugd, schoonheid en wereldsche uitzigten overleefde; van eene ziel die genade had gevonden bij God! _Une femme qui n'a plus d'age_ is iets vreeselijk-leelijks, als Beaumarchais haar ons schetst;--zou het geheim van het innemende, der oude vrouwen van Rembrandt eigen (het genie des meesters voor het overige in al zijnen omvang geeerbiedigd), ook aan het onderscheiden volkskarakter, ook aan dier mannen verschillend begrip over de bestemming van den mens, zijn toe te schrijven? "Blaauw bes, blaauw bes!" klonk het, maar zonder den nadruk, dien het vrouwtje den woorden in eene straat zou hebben bijgezet, maar meer uit gewoonte, naar het scheen, dan uit hoop de aandacht van koopers te zullen trekken--in die buurt scholen de liefhebbers harer onaanzienlijke, harer de lippen blaauw verwende bezien niet. En echter was het blijkbaar, dat haar des ondanks het voortstappen over de harde straatsteenen niet verdroot; dat mismoedigheid over het vergeefsche van haren roep verre van haar was. Vier of vijf jongens stoven haar voor, of sprongen haar na, om bij beurten haar af te wachten of in te halen, en onder het huppelen om haar heen eenige bessen uit de mand te grijpen, die door geen deksel werd beschut; in eene andere stemming zou de baldadige plagerij, zou het soms van alle kanten eensklaps opgaand: "blaauw bes, blaauw bes!" haar hebben geergerd; thans scheen zij even goedwillig de oorvijgen te geven, als de Janraps zich die voor hunne vruchtelooze pogingen lieten welgevallen. Intusschen was zij een halve gracht voortgegaan, en zie, daar stond ze voor het huis, waar zij wezen moest. Vlug, als een meisje van drie zesjes schier, vlug wipte ze de stoep op, en de schel ging over, tot twee malen toe. Een knecht, in geel linnen jas, deed open. "Is Eefje thuis?" vroeg de blaauwbessen vrouw. "Eefje?" hernam de borst; "er woont geen Eefje hier; mijne kameraads heeten Sanne en Saar, en--" "Eefje heeft toch hier gewoond," zei de vrouw, "of ik moest mij in het huis hebben vergist,--maar ik ben hier immers bij Mijnheer ----?" (en de knecht knikte: "jawel") "dan moet zij verhuisd zijn." "En dat zou geen wonder wezen."-- Een paar kinderen sprongen aan het einde van den gang de deur eener kamer uit, en eene vrouwenstem mogt de meisjes naroepen: "_Mais attendez donc!_"
PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  



Top keywords:

blaauw

 
hebben
 

scheen

 

knecht

 

sprongen

 

voortgegaan

 

meisje

 

plagerij

 
kanten
 

opgaand


eensklaps

 

baldadige

 

stemming

 

grijpen

 

deksel

 
andere
 

beschut

 

geergerd

 
pogingen
 

vruchtelooze


lieten

 

welgevallen

 

Intusschen

 

zesjes

 
goedwillig
 

oorvijgen

 

Janraps

 

gracht

 

knikte

 

Mijnheer


verhuisd

 

immers

 
gewoond
 
vergist
 

kinderen

 

naroepen

 

meisjes

 

attendez

 

vrouwenstem

 

linnen


kameraads

 
heeten
 

blaauwbessen

 

hernam

 

schier

 

vergeefsche

 

schetst

 

geheim

 
innemende
 
Beaumarchais