FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241  
242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   >>   >|  
n zitten, praatten, geeuwden, rekten zich uit, raadpleegden hunne tafeltjes, en bespraken hun verlies of winst. Diegenen van de burgerij, welke om verschillende redenen verkozen hadden alleen den wedren bij te wonen, maakten van de pauze gebruik, om zich naar de voor hen besproken plaatsen te begeven. Door dit uur te kiezen trokken zij het minst de aandacht en gaven niemand aanstoot. Tot deze klasse behoorden Simonides en zijn gezelschap, die hunne plaatsen hadden bij den hoofdingang tegenover den consul. Toen vier bedienden den koopman in zijn stoel naar binnen droegen, staken allen de hoofden bij elkander. Iemande noemde zijn naam, en weldra ging hij van mond tot mond. Allen bogen zich over de leuning om den man te zien, van wiens rijkdom en treurig lot verschillende praatjes in omloop waren. Ook Ilderim werd door velen herkend en met warmte begroet; maar niemand wist te zeggen wie Balthasar en de twee dicht gesluierde vrouwen waren, die hen vergezelden. Toen zij gezeten waren zag de eene, Esther, verlegen voor zich en trok haar sluier dichter voor 't gelaat; maar de andere, Iras, liet hem afglijden, en keek vrijmoedig om zich heen. Een weinig later kwamen eenige werklieden en spanden een met wit krijt bestreken touw dwars over de arena, voor den eersten eindpaal. Terwijl zij daar nog mee bezig waren, traden zes mannen door de Porta Pompae binnen en stelden zich voor de zes stallen. Nu ontstond een algemeen fluisteren en wijzen. --Kijk, de groene gaat naar nummer vier, daar is dus de Athener. --En Messala is in nummer twee. --De Corinthier ...! --O, zie eens naar de witte! Kijk, hij gaat naar nummer een. --Neen, daar blijft de zwarte staan, de witte moet naar nummer twee. --O ja, gij hebt gelijk. Deze deurwachters droegen tunica's van de kleuren der mededingende menners; zoodat, toen zij hunne plaatsen innamen, iedereen wist in welken stal zijn uitverkoren held het sein tot den afrit verbeidde. --Hebt gij Messala wel eens gezien? vraagde Iras aan Esther. --Neen, antwoordde zij, en huiverde op het hooren van dien gevreesden naam. --Hij is schoon als Apollo, hernam Iras. --Zou hij dan zooveel schooner zijn dan Ben-Hur, dacht Esther. Een oogenblik later hoorde zij Ilderim tot haren vader zeggen: Ja, zijn stal is nummer twee, links van de Porta Pompae,--en begrijpende, dat zij over den jongen meester spraken, keek zij naar dien kant. Ook slechts even, toen hulde zij zich nog dichter in h
PREV.   NEXT  
|<   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241  
242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   >>   >|  



Top keywords:

nummer

 

plaatsen

 

Esther

 

niemand

 
Ilderim
 

Messala

 

zeggen

 

binnen

 
Pompae
 

droegen


hadden
 
verschillende
 

dichter

 

Terwijl

 

eersten

 

blijft

 

zwarte

 

eindpaal

 

mannen

 

fluisteren


wijzen
 

algemeen

 

ontstond

 

stallen

 

groene

 

traden

 
stelden
 
Corinthier
 

Athener

 
innamen

schooner

 

hoorde

 
oogenblik
 

zooveel

 

schoon

 
Apollo
 
hernam
 

slechts

 

spraken

 

meester


begrijpende

 

jongen

 

gevreesden

 
hooren
 

menners

 
mededingende
 

zoodat

 

iedereen

 

kleuren

 
gelijk