FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152  
153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   >>   >|  
viel tusschen de takken van het kreupelhout neder. "Dat is mooi! Die komt ons allebei toe!" riep Lewin en snelde met Laska de struiken in om de snip te zoeken. "Ja, van welk ongeluk spraken wij daar even?" dacht hij. "Ja, Kitty is ziek.... Maar wat er aan te doen? 't Is treurig, erg treurig.... Aha! Laska heeft ze gevonden! Beste hond!" sprak hij den warmen vogel uit den muil nemend. "Hij heeft ze gevonden, Stiwa," riep hij en legde de snip in zijn bijna geheel gevulde weitasch. XIV. Op den terugweg vroeg Lewin naar alle bizonderheden van Kitty's ziekte en de tegenwoordige plannen van de Tscherbatzky's, en al wilde hij het zich zelf niet bekennen, het was toch een groote voldoening voor hem, vooreerst omdat er nu eensklaps weer hoop voor hem was ontstaan, en vervolgens, omdat zij, die hem zoo zeer gekwetst had, nu ook leed. Toen echter Oblonsky over de oorzaak van haar ziekte begon te spreken en Wronsky's naam noemde, viel Lewin hem in de rede: "Ik heb geen recht die familieaangelegenheden te kennen, en oprecht gesproken, ook in het geheel geen belang daarbij." Na een oogenblik zwijgens ging hij voort: "Zijn je onderhandelingen met Rjaebinin over den verkoop van het bosch al afgeloopen?" "Ja, en ik vind zijn bod zeer billijk. Acht en dertig duizend roebels; acht duizend dadelijk en het andere in zes termijnen te betalen. Ik moest lang met hem handelen, wij wilden geen van beiden toegeven." "Dus, dat wil zeggen, dat ge hem het bosch zoo goed als geschonken hebt," sprak Lewin somber. "En waarom dan geschonken, vriendje?" vroeg Stipan Arkadiewitsch met een goedhartig lachje, want hij wist, dat Lewin nu in een stemming was om alles af te keuren. "Omdat het bosch op zijn minst vijf honderd roebels per desjatine waard is," antwoordde Lewin. "Oho, jelui landjonkers!" spotte Stipan. "Wat zijn wij stadslui toch dwaze menschen! Maar als er van zaken doen sprake is, dan doen wij toch altijd de beste. Geloof maar vrij, ik heb alles nauwkeurig overwogen, het bosch is zeer voordeelig verkocht, zoo zelfs, dat ik vrees, dat hij zich nog zal terug trekken. Timmerhout levert het in het geheel niet op, alleen brandhout; dit is nu hoogstens honderd zeventig roebel de desjatine waard en hij betaalt er tweehonderd roebels voor." Lewin lachte ironisch. "Ik ken die manier van doen van die stedelingen," dacht hij, "elke tien jaar komen zij eenmaal buiten, vangen dan twee of drie landelijke uitdrukkingen op, gebruik
PREV.   NEXT  
|<   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152  
153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   >>   >|  



Top keywords:

geheel

 
roebels
 

ziekte

 

Stipan

 

honderd

 

desjatine

 
geschonken
 
duizend
 

treurig

 

gevonden


keuren

 

stemming

 

kreupelhout

 

landjonkers

 

spotte

 
antwoordde
 

takken

 
tusschen
 

Arkadiewitsch

 

zeggen


toegeven

 

beiden

 

handelen

 
wilden
 

vriendje

 

stadslui

 

goedhartig

 

lachje

 
waarom
 

somber


sprake

 

manier

 
stedelingen
 

ironisch

 

lachte

 

zeventig

 
roebel
 
betaalt
 

tweehonderd

 

landelijke


uitdrukkingen
 

gebruik

 

eenmaal

 

buiten

 

vangen

 

hoogstens

 

nauwkeurig

 
overwogen
 

Geloof

 
menschen