FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248  
249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   >>   >|  
t een bevende stem gedaan had, dezelfde bleekheid en ontroering vertoond, welke mij in de kerk des morgens getroffen hadden. Ik besefte nu, waarom het tafereel, door den Predikant gemaald, zulk een indruk op hem gemaakt had. "Helding zal, indien dit alles waar is, van u althans niets willes aanvaarden," hernam ik, zelf niet wetende, wat te zeggen. "Dat behoeft ook niet, Helding weet niet, mag niet weten, van wien dit komt. Nog eens, wat ik u bidden mag, bezorg dit aan den goeden man." "Hebt gij geen andere gelegenheid?" vroeg ik, eenigszins bedremmeld; want ik hoorde het gezelschap, dat door de gang kwam en de stoep aftrad. "Ik heb," antwoordde hij, "onder mijn kennissen geen eerlijke lieden genoeg, om hun zulk een boodschap op te dragen:--hier ligt het geld: ik neem het niet weer op: gij zult--gij moet het bezorgen." "In waarheid!" hernam ik: "het is een commissie, die ik met mijn geweten niet kan overeenbrengen. Gij maakt mij tot heler van gestolen goed." "Uw dienaar, Mijnheer! God zegene u." En zich buigende, opende bij de deur om te vertrekken, toen hem iemand, die juist binnenkwam, met een vaart tegen 't lijf kwam aanloopen. "Vergeving! vergeving!" zeide Kapitein Pulver! want deze was het: "ik kwam mijn hoed zoeken, dien ik hier gelaten heb....; maar wat deksel! de droes is zoo niet!" en hij bleef Sander met een open mond aanstaren. Deze was een oogenblik onthutst; maar, zich herstellende, wendde hij het gezicht naar mij toe en van Pulver af en wilde het vertrek verlaten. "Maar voor den duiker!" riep Pulver, die al om hem heen gedraaid had: "heb ik het mis of heb ik het wis? Is UEd., als ik mag vragen...." "Uw dienaar, Sinjeur!" zeide Sander, zich haastig door de gang naar de voordeur begevende. "Maar met uw verlof! een amerijtje geduld!" riep Pulver, hem navolgende: "Sander! ben je 't? of ben je 't niet? Sandertje! ken je Kapitein Pulver niet meer?" Sander zag waarschijnlijk, dat alleen onbeschaamdheid hem uit dezen pas kon redden. Hij draaide zich aan de voordeur om, trad met een vasten stap naar Pulver toe en zag hem stijf in 't gezicht. "Sinjeur!" zeide hij: "hier heeft een misverstand plaats. UEd. heeft den verkeerde voor. Mijn naam is Joachim Weerglas. Ik heb de eer u te groeten." Dit gezegd hebbende, maakte hij rechtsomkeert, liet Pulver bedremmeld staan, stapte de stoep af, en, in het voorbijgaan het gezelschap, dat op het voorplein stond, deftig groetende, wandelde hij zonder ove
PREV.   NEXT  
|<   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248  
249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   >>   >|  



Top keywords:

Pulver

 

Sander

 

dienaar

 

gezelschap

 
bedremmeld
 

gezicht

 

Helding

 

Sinjeur

 
hernam
 

Kapitein


voordeur
 
deftig
 

gedraaid

 

duiker

 

verlaten

 

groetende

 

vertrek

 

wendde

 

gelaten

 

deksel


zoeken
 

zonder

 

oogenblik

 

onthutst

 

herstellende

 

aanstaren

 
wandelde
 
hebbende
 

draaide

 
gezegd

redden

 

maakte

 
misverstand
 

plaats

 

Weerglas

 
groeten
 
vasten
 

onbeschaamdheid

 

alleen

 

Joachim


begevende

 

stapte

 

verkeerde

 
haastig
 

voorplein

 
vragen
 

voorbijgaan

 

verlof

 

Sandertje

 
waarschijnlijk