n aan hem een woord van dank voor de beschikking over zijne
vermaarde prentenverzameling.
Voor den gebruiker een wenk: bespreek elk plaatje, voordat de tekst
gelezen wordt; als bij het lezen plaat en tekst in het boekje niet
tegenover elkaar staan, laat dan een van de twee boekjes op eenzelfde
bank bij de plaat open liggen. Open staan is nog beter._ Den Haag
1906. G. KIELDER.
INHOUD.
WAT GEEN HOOFDZAAK IS
DE OPWEKKING VAn LAZARUS
EENE LATERE OPWEKKING
HISTORISCHE GEGEVENS
REMBRANDT LANDSCHAPSCHILDER
VROUWE SASKIA
KLEINE TITUS
ACTIE
MISLEIDE AANDACHT
AANRAKING MET HISTORISCHE PERSONEN
MEER DAN PORTRET
GEETSTE PRENTEN
VROUWTJE BAS VAN 'T RIJKSMUSEUM
KUNST VAN GROEPEEREN
VERVOLG VAN 'T KORPORAALSCHAP
SIMEON IN DEN TEMPEL
EENE ONDERGAANDE ZON
VERGELIJKINGEN
WAT PORTRETTEN BIJEENVOEGT
WAT GEEN HOOFDZAAK IS.
Vele eeuwen geleden leefde in Griekenland een schilder, van wien men de
ongeloofelijkste dingen verhaalt, en wiens naam bij het nageslacht is
blijven voortleven als die van een der grootste kunstenaars. Zeuxis, zoo
heette hij, wist niet slechts de menschen, maar ook de dieren met de
voortbrengselen van zijn penseel in verrukking te brengen. Dit blijkt
uit het volgende.
Hij schilderde eens een vruchtenstuk; in bevallige wanorde lagen bessen,
druiven, noten en appelen door elkander, met hier en daar een groen blad
er tusschen. Ieder, die het zag, stond verbaasd over de juistheid,
waarmee elk onderdeel bewerkt was. En kijk, toen de toeschouwers zich
verwijderd hadden van de muurschildering, kwamen de vogelen toevliegen
en pikten naar de druiven. Misleid door den schijn, hadden ze deze voor
echt gehouden.
Een verhaal, dat er gaat van een paardenstuk, komt hier vrij wel mee
overeen. Dit gaf de afbeelding van een paard te zien, en zoo
bedriegelijk juist, dat het vurig strijdros van Alexander den Groote,
toen het voor de schilderij werd gebracht, aan de teugels rukte en tegen
zijn gewaanden natuurgenoot begon te hinneken.
We hebben hier het oordeel van redelooze dieren over kunst van menschen.
Het volk kende daar eene zekere waarde aan toe; het oordeelde zoo: "wie
heeft beter kijk op paarden dan een paard, wie beter op vruchten dan
een vogel? Als nu door dezen de gelijkenis in een schilderstuk wordt
opgemerkt, moet ze wel bijzonder juist wezen; geene goedkeuring van
menschen kan voor den kunstenaar zoo vleiend zijn als die van dieren,
mits deze met het onderwerp in betrekking staan.
|