uren eeuwen en eeuwen geleden! Voor hem geen hoop,
dat Saskia tot hem terug zou komen, om nog op aarde naast hem voort te
leven. Voor hem niets, dan het denkbeeldig geluk, wat het zou zijn, als
_zij_ door Jezus uit het graf werd geroepen met de woorden: "Kom uit!"
De behoefte ontstond, om de opwekking van Lazarus nog eens te
behandelen. Maar nu met andere gedachten. Nu niet om te toonen, hoe
grootsch hij den Zaligmaker vond, en hoe vreeselijk voor Lazarus de
overgang uit het doodenrijk in het leven moet zijn geweest! Nu, om met
zijne gedachten te verwijlen bij het geluk, de blijdschap, de innige
zaligheid, die het herrijzen schonk aan de treurende nabestaanden; nu,
om zich voor te stellen, hoe goed de Heer wel geweest moet zijn, om dit
wonder voor zijne vrienden te verrichten.
En zie: onder den indruk van deze gedachten bewerkte hij, kort na
Saskia's dood, de tweede plaat. Om die ten volle te begrijpen, moet men
met deze bijzonderheid uit het leven van Rembrandt bekend zijn. Zonder
die kennis zou men kunnen denken, dat de tweede bewerking alleen de
bedoeling had om iets te maken, dat beter was dan de eerste. Ze zou dan
ook van teekening de beste van de twee moeten zijn. Dit ligt echter in
de voorgaande beschouwing niet opgesloten: er is slechts aangetoond, dat
de tweede "Opwekking" inniger, liefdevoller is; en dat we kort na 1642
niet anders van Rembrandt konden verwachten.
Wat voor deze prent eene noodzakelijke behoefte gebleken is, eenige
kennis namelijk van de levensgeschiedenis van den kunstenaar,--dat kan
men evenmin bij heel veel ander schilder-en teekenwerk ontberen. Daarom
hebben geschiedvorschers met ijver datgene nagespoord, wat licht kon
verspreiden over zijne levenshistorie. Nog lang is alles niet bereikt;
veel bleef er in het duister gehuld; maar toch zijn er gegevens genoeg
aan het licht gekomen, om te kunnen zeggen, dat we de
hoofdgebeurtenissen kennen. Het is zelfs mogelijk geworden, om gedurende
enkele tijdperken met den schilder alles mee te beleven, wat hij
beleefde; om als het ware naast hem een met hem zijne lotgevallen door
te maken. Onder deze zijn er wel geene, die meer invloed op het gemoed
en op de werklust hebben gehad, dan die, welke hij met zijne vrouw
ondervond. We zullen daarom trachten iets meer van nabij met haar bekend
te worden.
* * * * *
HISTORISCHE GEGEVENS.
Het was in den zomer van het jaar 1634, dat Rembrandt zich aan den
IJ-kant te
|