FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  
oplichten, een kast openen of in een hoek kijken, om te weten te komen, of daar iemand schuilt. Men voelt zich door leven omgeven. Bij Saskia gaat het niet geheimzinnig toe. Maar ook _haar_ voelen we omgeven van leven; we kennen dit leven, en we weten, hoe hare gevoelens zijn ten opzichte van dat leven. Dit alles geeft het portret te zien. Meer dus, dan enkel een mond, een neus, een paar oogen, en wat verder het gezicht helpt voltooien. Wat kan het zelfs schelen, of de gelijkenis van deze onderdeelen volkomen is. Er zit iets in, dat van hoogere waarde is, iets waarom we het een lief portretje vinden. Rembrandt moet dit wel goed begrepen hebben, als hij Saskia aanzag. Want wat heeft hij in de eenvoudige krabbels en krasjes deze dingen zuiver laten voelen; en nog wel dingen, die men niet onder woorden kan brengen of in lijnen kan aanwijzen. Er is nog iets in Saskia, dat hem niet ontging, en wat het portret nog meer liefs geeft. Zij let niet op zichzelf. Ze gaat niet parmantig zitten met het idee: nu moet ik er mooi opkomen; en evenmin met het tegenovergestelde idee: het kan me niet schelen, hoe ik er op kom. Je kunt heelemaal niet zien, dat ze opzettelijk eene houding aanneemt. Zooals zij zit, zoo zit iemand, wanneer hij van eene lange wandeling thuiskomt. Men valt dan even op eenen stoel neer, om uit te blazen, voordat men van kleeren verwisselt. Zonder erg komt de hand onder het hoofd; het hoofd leunt er wel niet op; zie maar, de hand raakt het nauwelijks aan, maar het geeft eenigen steun en de arm vindt het een gemak om even op de tafel te rusten; iets waaraan de andere ook behoefte heeft; die ligt er languit over heen en is zelfs niet hupsch genoeg, om het roosje rechtop te dragen. Zoo laat men een bloem hangen, als de hand moe wordt. Beide ellebogen rusten op de tafel. Netjes is 't niet. Dat zal vrouwe Saskia ook wel weten. Maar ze kwam vermoeid thuis, en dan is het verleidelijk om eens op je gemak te zitten. Niet recht op en neer, maar het bovenlijf voorovergezakt; de borst zoo'n beetje tegen den tafelrand. De kleeren wat losgemaakt en den hoed nog op 't hoofd. Wie zich zoo neerzet, neemt niet plaats om uitgebeeld te worden, maar gaat zonder erg zitten, omdat zitten aangenaam is. Die let niet op zichzelf, op houding en postuur, maar geeft zich, zooals ze is. Die gaat zoo zitten, omdat zij bij haar echtgenoot is, en niet in gezelschap van menschen, die altijd op fatsoen en behoorlijkheid letten. Het is
PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  



Top keywords:

zitten

 

Saskia

 

zichzelf

 

rusten

 

schelen

 

portret

 

voelen

 

omgeven

 

iemand

 
kleeren

dingen
 
houding
 

rechtop

 
roosje
 

hupsch

 
genoeg
 
dragen
 

oplichten

 

nauwelijks

 

verwisselt


Zonder

 

eenigen

 
andere
 
behoefte
 

waaraan

 

languit

 

vermoeid

 

plaats

 

uitgebeeld

 

worden


zonder

 

neerzet

 

losgemaakt

 

aangenaam

 

postuur

 

fatsoen

 

behoorlijkheid

 
letten
 

altijd

 

menschen


zooals

 

echtgenoot

 
gezelschap
 

tafelrand

 

vrouwe

 

Netjes

 
ellebogen
 
hangen
 

voordat

 
voorovergezakt