enomen en weergegeven.
De plaat van De Ruyter is er, om een geschiedkundig feit voor te
stellen; alles moest dus eigenlijk handeling zijn; de handeling moest
althans zeer sterk tot ons spreken. Neem nu den admiraal eens; hij staat
er zoo houterig en schutterig bij, dat er geen schijn van beweging in
hem zit. Van onder tot boven, van zijn voeten tot zijn hoofddeksel,
alles stijf en recht; nergens in de heele figuur eenige zwenking; geen
enkele lenigheid van draaiing of buiging. Hij zit diep in zijn hoedje
weggeslagen, en schijnt aan een stijven nek te lijden. Misschien trekt
hij daarom zoo'n pijnlijk gezicht. Kijk daarentegen eens, hoe mooi rond
het vrouwenkopje is, hoe het mutsje meewerkt, om de ronding uit te
beelden, en hoe los en gemakkelijk het hoofd zich keert en wendt boven
den kraag.
Zoo krijgen we tot slotsom van de vergelijking: de plaat, die eene
handeling moet voorstellen, geeft houterige, stijve figuren, die de
armen oplichten om te doen, alsof ze zich bewegen, maar ze bewegen niet.
De andere, die gemaakt werd om de portretten van eerzame inwoonderen van
Amsterdam te geven, tintelt van actie, zonder nochtans in het geven van
portretten te kort te komen. De handeling maakt zooveel indruk, dat we
beginnen te denken aan een historisch feit. Het lijkt wel, dat dit nu
het beroemde briefje is, waarover we in boeken lezen, hetwelk
binnengebracht werd, om den verraderlijken aanslag op een of andere stad
te verijdelen. Maar 't is zoo niet! De schilderij is er een, waar niets
achter zit. Zij is een portretstuk, meer niet.
We zullen deze neiging van Rembrandt, om den aard van het portret te
verbloemen, meer opmerken. Men kan hem ook hiervan een verwijt maken;
het _is_ misschien niet heelemaal in orde, dat we tegenover de twee
konterfeitsels van een paar burgerluitjes gedachten hebben van vermaarde
gebeurtenissen; dat we dus aan dingen denken, die hier niet te pas
komen. Maar--wat een kunst, om dat te kunnen! Wat een schilder moet men
wezen, om zoo, spelend weg, in een portretstukje een aardigheidje te
vertellen, en het dan zoo te doen, dat de beschouwer heelemaal de klus
kwijt raakt.
De Anatomische les heeft hiervan ook wel een tikje weg, zooals we zullen
zien.
* * * * *
MISLEIDE AANDACHT.
Onder de drommen van reizigers, die jaarlijks de stad 's-Gravenhage
bezoeken, zijn er gelukkig niet weinigen, die een uurtje over hebben, om
de schatten van het Mauritshuis te ga
|