FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74  
75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   >>  
te Amsterdam en dagteekent uit het jaar 1642. De beschouwer voelt zijn blik het eerst getrokken door twee personen op den voorgrond. Het zijn Frans Banning Kok en Willem van Ruitenberg. Op andere portretten wordt men nu eens het eerst door dit, dan weer door dat gezicht geboeid; de een begint zijne beschouwing met dezen, de ander met genen kop; de massa gezichten is gewoonlijk verwarrend, met het gevolg, dat het weinig kan schelen, waarheen men den eersten blik wendt. Maar op dit portretstuk richt iedereen dien altijd naar het zelfde tweetal. Dit feit is niet van geringe beteekenis, al klinkt het eenvoudig. De schilderij krioelt, om zoo te zeggen, van menschen; en bij dergelijke stukken wil het wel eens zoo wezen, dat niet ieder een vast uitgangspunt vindt. Vergelijk bijvoorbeeld de intocht der Kruisvaarders in Jerusalem (van Piloty) er maar eens bij. De blik dwaalt onrustig heen en weer, is nu eens bij het groepje, dat een kruis met palmen torst, dan bij den ridder, die het kleine tegenstribbelende kindje op den arm draagt, of bij den rijkaard, die sieraden in het kleed van een bedelaar werpt. [Illustration: De Nachtwacht.] Het wordt den beschouwer niet duidelijk, waarop hij in hoofdzaak zijne aandacht moet vestigen; er zijn tal van groepen, die hij geneigd is, mooi te vinden, maar ze houden met elkaar geen verband; er is geen zwaartepunt in het stuk; men blijft onzeker omtrent de bedoeling. Toch moet bij Piloty eene bedoeling hebben bestaan; het zal bijvoorbeeld deze geweest zijn: te laten zien, hoe vroom en deemoedig een paar groote vorsten geknield de stad binnenkropen en de heilige plaats naderden. Maar men merkt niet, dat daar alles om draait; de bijzaken verwarren ons. Zoo heel eenvoudig is het dus niet, om de aandacht te vestigen op de hoofdzaak. Merken we dit ook niet dikwijls op bij schrijvers, als ze zich neerzetten, om uitspanningslectuur te schrijven? Ze meenen wel, dat ze ons iets aardigs hebben te vertellen, maar het raakt zoek in den grooten omslag van het geheel; we halen het er niet uit onder het lezen. Als we het boek uit hebben, weten we nog niet, waarom de schrijver het geschreven heeft. Laten we dus beginnen met omtrent het Korporaalschap te verklaren, dat het al vast deze goede eigenschap heeft: ieder beschouwer kan steeds in dezelfde twee personen de hoofdzaak aanwijzen, op welke Rembrandt de aandacht wilde vestigen. Waarom heeft hij dit gewild? Waartoe dient het, dat we allen
PREV.   NEXT  
|<   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74  
75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   >>  



Top keywords:

hebben

 

aandacht

 

beschouwer

 

vestigen

 

hoofdzaak

 

Piloty

 

eenvoudig

 

bijvoorbeeld

 

omtrent

 
personen

bedoeling
 
bijzaken
 

geweest

 
elkaar
 

houden

 
bestaan
 
verband
 

draait

 

zwaartepunt

 

blijft


binnenkropen

 

vorsten

 
geknield
 
deemoedig
 

naderden

 

onzeker

 

plaats

 

heilige

 

groote

 

beginnen


Korporaalschap

 

verklaren

 

geschreven

 

schrijver

 

waarom

 

eigenschap

 

steeds

 
gewild
 

Waartoe

 

Waarom


dezelfde

 

aanwijzen

 
Rembrandt
 

neerzetten

 

uitspanningslectuur

 

schrijvers

 
dikwijls
 
Merken
 

schrijven

 
meenen