FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   >>  
spreekt hier haar laatste woord. En ook _dit_ laatste woord is een raadsel, is hetzelfde raadsel, wat de avondzon weet voor te leggen. Ook hier heeft elk ding zijn eigen kleur, zijn eigen verf, zijn eigen kleurvermengingen; maar tegelijk straalt ook hier elk ding eenen rossigen gloed uit, eene tint, die nergens aan te wijzen, en toch overal te vinden is; die op geen voorwerp ontbreekt, en toch op alles de natuurlijke kleuren handhaaft. We _zien_ het roode licht niet, we _ondergaan_ het. Overal kunnen we aanwijzen zuiver bruin, zuiver wit, zuiver zwart, en overal toch voelen we het uitstralende rood, dat nergens is, dan alleen in het kleed, dat over de schuine tafel gespreid ligt. Het grijpt ons aan, als we bedenken, dat de zon, na al haar schoone licht, eindelijk tot het avondrood komt, en dan niets schooners meer geven kan. Dan moet ze ondergaan. Ze heeft het schoonste bereikt. En Rembrandt is het eveneens gegaan! Zijn gansche leven is geweest: grooter en grooter worden. We zagen het bij de twee Opwekkingen, we zagen het bij de Anatomische les en het Korporaalschap, we ontdekken het nogmaals bij de Staalmeesters, twintig jaren later gemaakt, in den levensavond van den kunstenaar. Hij begint groot in 1632. Steeds wast hij, en meenen wij, dat het hoogste bereikt is; maar steeds overtreft hij weer, wat hij te voren maakte. Elk stuk vinden we onovertroffen, tot hij zelf een nieuw meesterwerk schept, en ons de oogen opent voor de tekortkomingen van het voorgaande. En wat hij op het eind van zijn leven te zien geeft, is niet alleen weer beter, dan wat vooraf ging; het lijdt aan geene gebreken meer, het bereikt alles, wat bereikt wou worden. Wat de schilder wilde, gelukte; en er is niets groots, dat hij vergeten heeft te willen. * * * * * VERGELIJKINGEN. Omdat we ons met een zwart prentje moeten vergenoegen, zullen we bij de beschouwing de kleurhoedanigheden laten rusten, dat wil dus zeggen, het wonderlijkste wat er aan de Staalmeesters is op te merken. Toch is vooral aan het tafelkleed wel iets te zien van de kleurenpracht. Daarin zit, zelfs in onzen zwarten afdruk, nog eene mengeling van al den vervenrijkdom, dien we ons in een weelderig weefsel kunnen denken, en van al de tintelingen, die het licht daarop kan doen ontstaan. Groote vlakken van zachte belichtingen en zachte verdonkeringen wisselen met elkaar af. Daardoor heen zien we breede, horizontale kleurbanden gaan, en
PREV.   NEXT  
|<   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   >>  



Top keywords:
bereikt
 
zuiver
 
kunnen
 
ondergaan
 

Staalmeesters

 

zachte

 

worden

 

alleen

 

grooter

 

raadsel


laatste

 

nergens

 

overal

 

vinden

 

vergeten

 

willen

 

VERGELIJKINGEN

 
groots
 
kleuren
 

gelukte


schilder

 

natuurlijke

 
kleurhoedanigheden
 

rusten

 

beschouwing

 

zullen

 
prentje
 

moeten

 

vergenoegen

 
meesterwerk

schept

 
onovertroffen
 

maakte

 

tekortkomingen

 
gebreken
 

vooraf

 

voorgaande

 

zeggen

 

Groote

 

vlakken


spreekt

 
belichtingen
 
ontstaan
 

denken

 

tintelingen

 

daarop

 

verdonkeringen

 

wisselen

 

horizontale

 
kleurbanden