opdampende lichtnevelen is verkregen. De tot het leven terugkeerende
Lazarus is het middelpunt van de zonnebestraling, en als verlegen ligt
hij onder de glorie van het grootsche licht, waarin hij ontwaakt. Zijne
kleine machtelooze figuur wekt in dien gloed nog te meer ons medegevoel
en medelijden op. Hij is het middelpunt niet slechts van de blikken der
omstanders, maar ook van de binnenvallende zonnestralen. En onze blik
dwaalde eveneens het eerst en het laatst naar hem.
* * * * *
EENE LATERE OPWEKKING.
Vele jaren later heeft Rembrandt voor de tweede maal het onderwerp "de
opwekking van Lazarus" behandeld. We zullen deze plaat met de vorige
vergelijken, om de verschillen vast te stellen, en de oorzaken van de
verschillen op te sporen. Het ligt voor de hand om te zeggen: "als een
groot teekenaar iets aflevert, levert hij het af, zoo goed als in zijn
vermogen ligt, hij kan het een tweede maal dus niet beter, tenzij het
den eersten keer gebrekkig is geweest." De vergelijking zal echter
leeren, dat dezelfde kunstenaar een zelfde onderwerp anders _moet_
behandelen, indien er later andere gevoelens in hem omgaan. Dat dus de
levenslotgevallen invloed hebben op het werk.
We herkennen weer een rotsgraf; maar nu met uitzicht op een landschap
met geboomte; daarachter, op een berg, verrijst eene stad; verder,
evenals op de eerste plaat, een groep omstanders, de Heer Jezus en de
verrijzende Lazarus. Ook hier beschijnt het zonlicht een deel van het
tafereel, maar het is minder opzettelijk, minder bepaald op de plek
gericht, waar het wonder geschiedt. En het is thans niet het ontwaken
uit een pijnlijk diepen slaap, wat de kunstenaar ons voor oogen stelt,
maar de groote bevreemding van den ontwakende. Lazarus begrijpt niet,
wat er voorvalt. Hij kent den persoon niet, die tegenover hem staat, hij
herinnert zich niet, wat met hem gebeurd is. De mond, die de eerste
levenslucht heeft ingeademd, blijft sprakeloos halfgeopend staan, en is
vol verbazing. Met moeite en scheef richt het lijf zich half overeind.
Er is eene ontzetting van zoo het middelpunt te zijn van aller aandacht,
zonder nog te begrijpen waarom. De zintuigen zijn ontwaakt en nemen
reeds waar, maar de herinnering, de kennis, het innerlijk leven, moeten
nog terugkeeren.
Rembrandts bedoeling is dus eene andere geweest dan in zijne eerste
"Opwekking", en begrijpelijk zien we die bedoeling voor ons.
In de figuur van Jezus missen
|