uw gelaat afspiegelt, dat wij hier als onverwachte gasten binnen dringen
in uw gelukkigen familiekring, aan uw vredigen haard, omringd door
achtenswaardige en werkzame vrienden en medeburgers. Maar het was ons
een behoefte des harten u onze hulde te brengen. Het is niet de eerste
keer dat zoo iets gebeurt, maar wel voor het eerst in zoo veelomvattende
mate. Wij hebben u menigmaal onzen dank gebracht voor den breeden
moreelen grondslag, waarop u om zoo te zeggen, onze maatschappij heeft
opgebouwd. Dezen keer huldigen wij u in het bizonder als de
helderziende, onvermoeide, onzelfzuchtige, ja zelfopofferende
medeburger, die het initiatief heeft genomen in een onderneming, die,
volgens de meening van alle deskundigen, een machtigen stoot vooruit
geven zal aan de tijdelijke welvaart van onze maatschappij.
STEMMEN UIT DE MENIGTE. Bravo, bravo!
ROeRLUND. En juist die glorieschijn van onzelfzuchtigheid, die over heel
uw levenswandel ligt, is wat zoo onuitsprekelijk weldadig werkt, vooral
in den tegenwoordigen tijd. U is nu bezig ons een ... ja, ik zie er geen
bezwaar in het woord prozaisch en rondweg uit te spreken ... een
spoorweg te bezorgen.
VELE STEMMEN. Bravo, bravo!
ROeRLUND. Maar die onderneming schijnt op moeilijkheden te zullen
stuiten, inderdaad alleen te berde gebracht door bekrompen, zelfzuchtige
overwegingen.
STEMMEN. Ha! ha!
ROeRLUND. Het is namelijk niet onbekend gebleven dat zekere individuen,
niet tot onze maatschappij behoorend, de nijvere burgers van onze stad
zijn voor geweest, en zich in bezit van sommige voordeelen gesteld
hebben, die rederlijkerwijze onze eigen stad ten goede hadden moeten
komen.
STEMMEN. Ja, ja!
ROeRLUND. Deze betreurenswaardige zaak is natuurlijk ook u ter oore
gekomen, mijnheer de consul. Maar niettemin streeft u onvervaard uw doel
na, wel wetende dat een staatsburger niet alleen zijn eigen
gemeentebelangen voor oogen hebben moet.
VERSCHEIDENE STEMMEN. Hm! Neen, neen! Jawel: jawel!
ROeRLUND. Zoo is het dan den mensch zoowel als den staatsburger,...
zooals de man moet en behoort te zijn ... dien wij dezen avond onze
hulde brengen. Moge uw onderneming tot een waar en blijvend geluk voor
deze onze maatschappij worden! De spoorweg kan inderdaad een weg worden,
die ons blootstelt aan het binnendringen van vreemde, verderfelijke
elementen, maar tevens een weg, die ons snel weer van hen bevrijdt. En
tegen slechte elementen van buitenaf kunnen wij ons toch ook nu niet
|